‘Tijd om met megaruimtetelescoop te starten’

kijkmagazine

24 juni 2014 09:00

ATLAST - header

Het wordt hoog tijd om serieus aan de slag te gaan met een ruimtetelescoop waarbij Hubble in het niet valt, stelt de voorzitter van de Royal Astronomical Society.

Het valt niet te ontkennen: de sterrenkunde heeft ontzettend veel te danken aan ruimtetelescoop Hubble. En hoewel die nog steeds werkt, zit het er niet meer in dat hij ooit nog zal worden gerepareerd of verbeterd. Natuurlijk is er de geplande ‘opvolger’, de James Webb Space Telescope (JWST), maar die zal voornamelijk naar infrarood licht kijken, terwijl Hubble zich concentreert op zichtbaar licht. Bovendien heeft de JWST een veel kortere geplande levensduur. Daarom is het nodig om serieuzer na te gaan denken over de vólgende grote ruimtetelescoop, zegt Martin Barstow, de voorzitter van de Royal Astronomical Society, vandaag op de grote, jaarlijkse bijeenkomst van die organisatie.

Enorme spiegel

De naam van de nieuwe kijker wordt ATLAST (‘eindelijk!’), een afkorting van Advanced Technologies Large Apperture Space Telescope. Die moet in elk geval een heel grote spiegel meekrijgen; Barstow noemt 20 meter, op de site van het Space Telecsope Institute wordt nog gesproken van 8 tot 16 meter. Hoe dan ook: stukken groter dan die van de Hubble (2,4 meter) wordt de spiegel sowieso. Dit formaat kan overigens betekenen dat de kijker in delen moet worden gelanceerd, die astronauten dan in de ruimte samenvoegen.

Als ATLAST eenmaal up and running is, kan hij onder andere het licht analyseren van planeten met het formaat van de aarde die rond andere sterren cirkelen, zegt Marstow. Uit dat licht zou dan kunnen blijken of in de atmosfeer van de planeet in kwestie zuurstof, water, ozon en methaan te vinden is – wat weer een indicatie van leven zou kunnen zijn. Verder moet de nieuwe kijker meer licht gaan werpen op de vorming van sterren en sterrenstelsels.

De schouders eronder

Maar om rond 2030 een dergelijke telescoop te kunnen lanceren, moeten we wel nu de schouders eronder zetten, betoogt Barstow. Onder andere moet de gevoeligheid van de detectors worden opgehoogd, en de coatings van de spiegels verbeterd. Bovendien zal het eventuele bouwen in de ruimte nog wel de nodige voeten in aarde hebben. “Het moment is gekomen voor wetenschappelijke instituten en ruimtevaartorganisaties om een dappere stap voorwaarts te zetten en zich toe te leggen op dit project”, zegt Barstow dan ook.

Bronnen: Royal Astronomical Society, Space Telescope Science Institute, Forbes

Beeld: NASA/STScI