Zonnebrandcreme beter door water toe te voegen

KIJK-redactie

10 juli 2014 13:00

Eén van de beschermende ingrediënten in zonnebrandcrèmes werkt minder goed dan verwacht. Het probleem is te verhelpen door water toe te voegen aan de crèmes.

Octylmethoxycinnamaat (OMC) wordt veel gebruikt in zonnebrandcrème, omdat de moleculen van deze stof energie uit zonlicht kunnen opnemen. Die energie raken ze vervolgens wel weer kwijt, maar dat gaat veel langzamer dan tot nu toe werd gedacht, zo hebben wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam ontdekt. Dat kan ervoor zorgen dat er meer gevaarlijke stoffen ontstaan. Door water toe te voegen aan de crèmes is dit probleem te verhelpen.

Lichte en donkere toestand

Hoe werkt dit precies? Stoffen die fungeren als UV-filter, zoals OMC, absorberen ultraviolet licht en komen daarbij in een zogenoemde ‘elektronisch aangeslagen toestand’ (het molecuul bevat meer energie). Ze kunnen die energie vervolgens omzetten in warmte (de moleculen gaan dan heel hard trillen). In OMC blijkt dat in twee stappen te gebeuren. Eerst vervalt het molecuul van de ‘lichte toestand’ naar een ‘donkere toestand’. Daarna  vervalt het van de ‘donkere toestand’ naar de ‘grondtoestand’ (het molecuul zonder extra elektronische energie). Bij die laatste stap is alle energie omgezet in warmte.

De donkere toestand is de boosdoener. Die kan zorgen voor de productie van gevaarlijke stoffen. In het ideale geval vervalt het molecuul dan ook in een paar biljoensten van een seconde van de lichte toestand via de donkere toestand naar de grondtoestand. Maar de wetenschappers ontdekten dat de moleculen zich tienduizend keer langer in de gevaarlijke vorm bevinden. Nog steeds minder dan een seconde dus, maar toch hebben de moleculen daardoor veel meer tijd om schade aan te richten dan altijd werd gedacht.

Water toevoegen

De wetenschappers vonden een oplossing voor dit probleem. Wanneer er water in de buurt van de OMC-moleculen was, bleef de gevaarlijke variant maar heel kort bestaan. De lichte toestand wordt dan gestabiliseerd door de interactie met watermoleculen, waardoor die lager in energie komt te liggen dan de donkere variant. Het gevolg is dat het molecuul vanuit de lichte toestand regelrecht terugvalt naar de grondtoestand, zonder langs de donkere toestand te komen. Door water aan zonnebrandcrèmes toe te voegen, zouden ze dus nog veiliger kunnen worden. Bovendien zou je je minder vaak hoeven in te smeren.

Er is één probleem: zonnebrandcrème is een beetje vettig om ervoor te zorgen dat hij niet wegspoelt tijdens het zwemmen. Daardoor mengt de crème echter niet goed met water. Ook daar hebben de onderzoekers een oplossing voor. Heel kleine moleculaire bolletjes waarvan de binnenkant waterminnend is en de buitenkant waterafstotend, zogenoemde omgekeerde micellen, zorgen ervoor dat het water toch kan worden opgelost in de crème.

Niet gevaarlijk

Totdat de nieuwe zonnemelk op de markt is, kun je je gewoon blijven insmeren met crèmes zonder water. Die zijn immers door de desbetreffende gezondheidsinstanties niet gevaarlijk bevonden. Je goed insmeren is dus nog altijd veiliger dan onbeschermd zonnen.

Bronnen: The Journal of Physical Chemistry, Universiteit van Amsterdam