Hoe serieus moeten we spiegelneuronen nemen?

KIJK-redactie

21 juni 2016 11:00

spiegelneuronen

Spiegelneuronen, de hersencellen waaraan we ons inlevingsvermogen te danken zouden hebben, zijn een hype. Dat zegt althans een groeiende groep wetenschappers. Daarmee vegen ze de vloer aan met ruim twintig jaar hersenonderzoek.

Mensen die uitglijden, van hun fiets afdonderen of tegen een paal oplopen: YouTube staat er vol mee. Vaak zijn zulke filmpjes wel grappig. Tegelijk voelen we haarscherp aan wanneer het niet meer leuk is. Knalt iemand met zijn smoel tegen een balk, dan grijpen we in medeleven automatisch naar onze mond en mompelen we ‘oef’.

Spiegelneuronen

Waarom doen we dat? Volgens veel wetenschappers hebben we die reactie te danken aan spiegelneuronen, speciale hersencellen waarmee we de gevoelens van anderen in ons eigen brein nabootsen. En dan zie je niet alleen iemands pijn, maar voel je die ook bijna echt zelf.

Vanwege hun invoelende karakter zijn spiegelneuronen al enige tijd helemaal hip en hot. Ze verklaren volgens neurowetenschapper Vilayanur Ramachandran namelijk het succes van de mensheid op aarde: door ons ongekend sterke vermogen om te imiteren en ons te verplaatsen in een ander, hebben we elkaar op de savanne geleerd hoe je vuurtjes moet stoken en wisten we ons groepsleven steeds beter maximaal te benutten.

En ook bij alledaagse gebeurtenissen worden spiegelneuronen aangehaald. Gehuild tijdens de film Titanic? Wijt het aan je spiegelneuronen. Werkt gapen aanstekelijk? Weer spiegelneuronen. Autisme? Jawel, er is iets mis met de spiegelneuronen.

Weerstand

Ondanks het enthousiasme voor spiegelneuronen groeit nu ook enige weerstand tegen het fenomeen. In 2012 noemde de psychologieblogger Christian Jarrett spiegelneuronen ‘het meest gehypte idee binnen de hersenwetenschappen’. Daarop volgde afgelopen jaar het boek The myth of mirror neurons van cognitief neurowetenschapper Gregory Hickok. Spiegelneuronen krijgen bijna magische eigenschappen toegekend, vindt Hickok, en leiden zo de aandacht af van serieus hersenonderzoek. Zijn boek lokte veel reacties uit, waaronder een verontwaardigde recensie van spiegelneuronenonderzoeker Christian Keysers in het tijdschrift Science.

Zijn de speciale hersencellen echt zo’n overtrokken hype of schieten de critici hun punt voorbij?

Dit is het begin van een artikel te vinden in KIJK 7/2016. Dit nummer ligt in de winkel vanaf 23 juni tot en met 20 juli.

Meer informatie:

Tekst: Ronald Veldhuizen