Paus Benedictus XVI: de pantserkardinaal

KIJK-redactie

02 maart 2011 13:00

Tussen alle grijze muizen van de internationale politiek lopen enkele opvallende figuren rond. We zien ze in het nieuws en verbazen ons over hun daden en uitspraken. Maar wie zijn deze mensen echt? Wat drijft hen? En hoeveel macht hebben ze eigenlijk? Deze keer: paus Benedictus XVI.

Veel jongetjes dromen van een toekomst als brandweerman, piloot of voetballer. De 5-jarige Joseph Ratzinger niet. Hij zag een kardinaal en wist meteen: dát wil ik worden. Misschien hielp het dat zijn vader en moeder dezelfde namen hadden als de ouders van Jezus, of dat hij opgroeide in een gezin dat er, in een toch al godsdienstige omgeving, uitsprong door grote vroomheid. Hoe dan ook, Ratzinger verwezenlijkte zijn kinderwens. En de goddelijke voorzienigheid had nog meer voor hem in petto.

Joseph Aloisius Ratzinger werd op paaszaterdag (16 april) 1927 geboren in Marktl in Zuidoost-Beieren. Vader Joseph was politieman, moeder Maria werkte als kok in pensions. Zoals gezegd waren de Ratzingers nog religieuzer dan hun traditioneel katholieke dorpsgenoten. Elke dag gingen ze naar de kerk, op zondag zelfs drie keer. Joseph vond dat allesbehalve vervelend. In zijn autobiografie Aus meinem Leben (1998) noemt hij zichzelf “niet echt een fantasievolle kwajongen.” Liever dan buiten rond te darren, speelde hij ‘misje’ met zijn drie jaar oudere broertje Georg. Hun moeder had daarvoor kleine priestergewaden gemaakt.

Ratzinger senior werd binnen de regio geregeld overgeplaatst. Vrijwel overal kreeg hij te maken met ordeverstoringen door knokploegen van Hitlers beweging, die destijds vooral in Beieren steeds meer aanhang kreeg. Als we de autobiografie van de latere paus mogen geloven, walgde zijn vader van de nazi’s en hun goddeloze ideologie. De oude Ratzinger was blij dat hij in 1937 met pensioen mocht en zich kon terugtrekken op zijn boerderij bij Traunstein.

Op zijn twaalfde ging Ratzinger junior, als eerste stap voor zijn priesteropleiding, naar een katholiek internaat in Traunstein. Maar twee jaar later werd hij net als al zijn Duitse leeftijdgenoten verplicht opgenomen in de Hitlerjugend, die je voor iets heel anders klaarstoomde: als soldaat Führer en vaderland dienen.

Dit is het eerste deel van een artikel uit KIJK 4/2011, in de winkel van 11 maart tot en met 10 april. De tekst werd geschreven door Leo Polak.

Meer informatie:

Richard Dawkins over de paus:

Beeld: Alberto Pizzoli/AFP/ANP