Spelende supercomputers

KIJK-redactie

01 maart 2011 13:00

De computer heeft Vier op ’n rij volledig gekraakt, schaakt beter dan de mens en wordt steeds sterker in go. En sinds kort is hij zelfs een geduchte quizkandidaat. Geen spel is meer veilig voor de brute rekenkracht van de denkende machine.

Het is 11 mei 1997 wanneer een totaal gebroken Garri Kasparov de pers in een New Yorkse wolkenkrabber te woord staat. Vol frustratie. Vol ongeloof. “Ik ben bedrogen”, denkt hij. Hij wilde eigenlijk wegblijven van de persconferentie, maar zijn moeder heeft hem overgehaald om toch te komen. Zojuist heeft de beste schaker uit de geschiedenis de kortste nederlaag uit zijn loopbaan geleden. Capitulatie na negentien zetten – en dat nog wel tegen een computer: IBM-supercomputer Deep Blue. “Ik heb op mijn emoties verloren van een niet-emotionele tegenstander”, zou hij zes jaar later zeggen in de documentaire Game over.

“Computers zijn domme apparaten”, had Kasparov altijd verkondigd. “Ze begrijpen het schaakspel niet zoals de mens het begrijpt.” Op de poster die de intellectuele tweestrijd tussen mens en machine aankondigde, keek Kasparov diep nadenkend de wereld in. Boven zijn hoofd stond de zelfverzekerde tekst How do you make a computer blink?: hoe laat je een computer met zijn ogen knipperen?

Precies tijdens de schaakheerschappij van Kasparov evolueerde de schaakcomputer van een amateur die verloor van elke grootmeester naar een rekenbeest dat de gemiddelde grootmeester van de tafel veegt. Alleen doet de computer dat heel anders dan de grondleggers van de kunstmatige intelligentie in de jaren vijftig van de vorige eeuw hadden gedroomd: met brute rekenkracht in plaats van met een diep begrip van het schaakspel. Niet door briljante partijen na te spelen, niet door te vertrouwen op een jarenlang getrainde intuïtie, niet door de schoonheid van het schaakspel te doorgronden.

Dit is een gedeelte van een artikel uit KIJK 4/2011, in de winkel van 11 maart tot en met 10 april. De tekst werd geschreven door Bennie Mols.

Meer informatie:

Beeld: AFP/ANP