‘Darmbacteriën die autisme genezen? Trap er niet in’

KIJK-redactie

30 juni 2017 11:00

struisvogels

Veel ziektes worden in verband gebracht met het microbioom van de mens. Maar dat is een grove denkfout, vindt Ronald Veldhuizen.

Zijn honden de beste vrienden van de mens? Welnee. Gezonde bacteriën zijn onze échte buddies for life. Die bivakkeren namelijk in onze darmen, waar ze moleculen ombouwen en in contact staan met het brein. Dat geeft ze de unieke positie om een bizar lange lijst aan ziektes te genezen, van alzheimer tot autisme. Als we tenminste de nieuwsberichten mogen geloven.

Pril onderzoek

Nou: trap er niet in. Het onderzoek naar dit zogeheten microbioom en onze gezondheid is veelbelovend, maar ook nog erg pril. Dat schept flink wat ruimte voor onzin en overdrijvingen. Helaas werken microbioomwetenschappers zelf nogal eens mee aan de hype.

Ze treffen regelmatig verschillende darmbacterie-samenstellingen aan in zieke en gezonde mensen, wat al gauw tot de suggestie leidt dat de bacteriën bij de zieke mensen ook de boosdoener van hun aandoening zouden zijn. En zo praten ze er ook over in de pers.

Denkfout

Maar dat is een denkfout. Want stel dat een alzheimerpatiënt een andere darmflora heeft omdat hij gewoon een andere leefstijl heeft? Dat kan ook. Het punt is: op deze manier ga je sowieso meer ziekteverbanden leggen dan er werkelijk zijn.

Iemand die niet aan de hype meedoet, is microbioloog Jonathan Eisen: op zijn ‘Overselling the microbiome award’-blog tikt hij collega-onderzoekers en journalisten op de vingers als ze onzinbeweringen doen. De lijst is niet volledig, maar met ruim veertig vermeldingen al veel te lang.

Nattevingerwerk

De meest herhaalde mythe die de kracht van microben zou illustreren, is toch wel deze: dat we grofweg tien keer zoveel darmbacteriën hebben als eigen lichaamscellen. Judah Rosner, een Amerikaanse moleculair bioloog, ontdekte dat de schatting niet meer dan nattevingerwerk uit de jaren zeventig was. Nieuwere metingen aan drollen en darmvocht suggereren dat we ongeveer evenveel bacteriën als eigen cellen hebben.

Eigenlijk maakt het natuurlijk niks uit hoeveel microben nou precies in onze darmen samendrommen. Het gaat erom dat we achterhalen wat ze daar in hemelsnaam uitspoken. Die kennis gaat vast veel darmpatiënten helpen. En alles daarnaast is mooi meegenomen.

Deze column verscheen ook in KIJK 6/2017.