‘Haal elektroshocktherapie uit het verdomhoekje’

KIJK-redactie

03 november 2017 12:59

elektroshocktherapie

Dankzij Hollywoodfilms is elektroshocktherapie bestempeld als een martelgang. Onterecht, vindt Ronald Veldhuizen, want deze behandeling kan levens redden.

Vastgebonden op een ziekenhuisbed, bijtend op een houtje, wacht het zoveelste filmpersonage op zijn gruwelijke lot: elektroshocktherapie. Twee elektroden raken het hoofd en de schakelaar gaat om. Stroom jaagt door brein en lichaam. Stuiptrekkingen. Pijn. Schuimbekken. De persoon in kwestie strompelt psychisch gehavend de shocksessie uit.

Saai

Dat is althans het beeld dat Hollywood ons voorspiegelt: shocktherapie als marteling. Toegegeven, in de jaren vijftig gebruikten psychiaters elektroshocks als gedwongen, onverdoofde behandeling, zoals treffend verfilmd in One flew over the cuckoo’s nest. Maar dat martelbeeld blíjft maar terugkeren, ook in moderne films en series. In de recente film Suicide squad ‘elektroshockeert’ de Joker (die van Batman) iemand tot er niets dan waanzin overblijft.

Verrassing: elektroshocktherapie is in het echt – anno 2017 althans – een stuk saaier. Psychiaters zien het als een reële behandeling voor ernstig depressieve mensen. De patiënt wandelt het ziekenhuis in, ondergaat een sessie, en wandelt weer naar buiten.

Uit het verdomhoekje

Pardon, geen martelgang? Nope. Van elektroconvulsieve therapie, zoals het officieel heet, merk je niets, schrijft ervaringsdeskundige Lucy Tallon in de Britse krant The Guardian. Dankzij een slaapmiddel en spierverslappers zijn er geen spartelingen of stuiptrekkingen. De enige bijwerkingen die Tallon noemt, zijn een dagje hoofdpijn en kortdurend geheugenverlies.

Tijd om de elektroshock uit het verdomhoekje te halen, schrijven psychiaters in het blad Medisch Contact. De therapie bestrijdt depressiesymptomen twee keer beter dan medicatie en kan levens redden van uitbehandelde patiënten, die soms op het punt van zelfdoding staan. Nietsdoen is dan geen optie. Maar de weerstand tegen de therapie is, met dank aan Hollywood, groot. Daardoor krijgen veel mensen niet de behandeling die ze nodig hebben.

Eigenlijk is dat schokkender dan de elektroshockmartelscènes die films ons nog altijd voorschotelen. Natuurlijk is elektroconvulsietherapie niet bepaald een licht middel. Net als bij elke ingrijpende therapie moeten behandelaars de voor- en nadelen aan hun patiënten overleggen. Bedachtzaam en zónder Hollywoodsensatie.

Deze column verscheen eerder in KIJK 10/2017.

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!