Waarom zeggen wij cacao, maar de Engelsen cocoa?

KIJK-redactie

12 februari 2018 10:59

cacao

Best gek toch: hier in Nederland spreken we van cacao, maar in Engeland zeggen ze cocoa. Waarom?

Het is nog gekker: in feite zéggen we in het Nederlands ‘cacau’ en in het Engels ‘coco’. De geschiedenis van het woord hangt dan ook van de misverstanden aan elkaar.

Coco(a)

De herkomst van beide is cacáuatl, een woord uit de Aztekentaal, Nahuatl. De Spanjaarden maakten er gemakshalve cacáua van, en dat verspaansten ze nog weer tot cacao. Veel andere Europese talen namen dat over. Maar in het Nederlands zijn we die -ao gaan uitspreken als ‘au’, net als in Curaçao en broodje bapao. In het Engels bestaat cacao ook nog steeds, maar is cocoa gangbaarder geworden.

Dat komt doordat men al rond 1700 de woorden cacao en coco (Engels voor ‘kokos’) begon te verwarren. Doordat ook het invloedrijke woordenboek van Samuel Johnson (1755) de begrippen cacao en coco(a) hopeloos verhaspelde, kregen cacao en cocoa voorgoed dezelfde betekenis. ‘Kokos’ wordt daarom voor de zekerheid meestal coconut genoemd. En in Spanje noemen ze ‘pinda’s’ cacahuetes – dat komt per ongeluk óók al van cacáuatl.

Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl! Deze vraag kon je vinden in KIJK 11/2017.

Tekst: Gaston Dorren

Lees ook:

KIJK 2/2018Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!