‘Suiker maakt kinderen hyper? Klopt geen barst van’

KIJK-redactie

04 mei 2018 10:59

Portret Ronald Veldhuizen, 'Een bloedtest voor kanker komen er nooit'

Is je kind aan het stuiteren? Dan heeft het vast te veel zoetigheid gekregen, luidt de conclusie dan vaak. Maar dat is klinkklare onzin, laat Ronald Veldhuizen ons weten.

De hel, zei een vriendin eens tegen me, is een kinderfeestje dat nooit meer eindigt. Kinderfeestjes beginnen aardig – er is wat taart en cadeaus zijn leuk – maar al gauw ontaardt de situatie in een kakofonie van gekrijs en gestuiter. Naarmate dat verergert komt minstens één volwassene altijd met dezelfde wijsheid: de kids zouden te veel suiker op hebben. Ze zijn “er helemaal hyper” van.

Nepzoetigheid

Als je iemand vraagt waarom kinderen druk worden van suiker, blijkt er vrijwel altijd een moeras vol aannames onder die bewering te liggen. “Suiker is een molecuul dat pure verbrandingsenergie geeft”, hoor ik ze zeggen. En als zulke kleine kinderen al die suiker “niet kwijt kunnen”, moeten ze het “dus verbranden” en worden ze daar “heel actief” van.

Lijkt allemaal logisch, maar er klopt geen barst van. Auto’s rijden ook niet sneller of sportiever als iemand er een litertje benzine extra in weet te pompen. Hetzelfde gaat op voor de mens: extra suiker laat de verbrandingsmotor niet harder stoken, maar wordt direct opgeslagen als vet. Wetenschappers hebben voor de zekerheid toch maar proefjes met kinderen gedaan: geef ze suiker of nepzoetigheid en houd bij of ze doordraaien. Na tientallen van zulke experimenten kwam de Amerikaanse kinderarts Mark Wolraich tot de conclusie dat suiker niets uitmaakt. Kinderen zijn soms gewoon wild, ongeacht of ze zoet achter de kiezen hebben.

In fabeltjes geloven

Er is trouwens maar één manier waarop kinderen hyper lijken. Dat gebeurt in de ogen van de ouders zélf, als ze tenminste in het suiker-maakt-hyper-fabeltje geloven. In een experiment waarbij zulke ‘gelovige’ moeders te horen kregen dat hun zoontjes nogal veel suiker op hadden, bleek dat ze die kinderen vervolgens nauwlettender in de gaten hielden, vaker vastpakten en bekritiseerden – zelfs als ze relatief rustig waren. Wat maar weer eens bewijst dat alleen al geloven in onzin heus wel gevolgen heeft. Elk idee over de wereld om je heen leidt tot een oordeel, waar we naar handelen. Prima, maar het is wel zo eerlijk als dat oordeel klopt.

Deze column verscheen eerder in KIJK 4/2018.

Lees ook:

KIJK 5/2018Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!