‘Kleinste elektronische neus spoort snel mensen op’

Laurien Onderwater

18 mei 2018 10:59

elektronische neus

Met dit neusje zouden speurhonden overbodig worden gemaakt bij zoek- en reddingsacties.

In rampgebieden worden nog altijd honden ingezet om snel mensen te vinden. De viervoeters hebben immers een enorm gevoelige neus waarmee ze snel slachtoffers op kunnen sporen die bijvoorbeeld zijn begraven door aardbevingen of lawines. Maar het nadeel aan speurhonden is dat de beesten zo nu en dan een pauze nodig hebben. Bovendien zijn ze vaak niet onmiddellijk beschikbaar in rampgebieden.

Daarom komen onderzoekers van de Universiteit van Zürich met een elektronisch alternatief. Volgens hen is dit de kleinste en goedkoopste elektronische neus die mensen kan opsporen. Het neusje van de zalm dus (pun intended).

Neus 2.0

De neus bestaat uit een reeks sensoren die verschillende stoffen kunnen detecteren. Deze stoffen zouden, wanneer ze samen worden gevonden, de cruciale ‘chemische vingerafdruk’ vormen die de aanwezigheid van mensenlevens zou aantonen.

De wetenschappers hadden eerder kleine en extreem gevoelige gassensoren ontwikkeld voor aceton, ammoniak en isopreen – allemaal stofwisselingsproducten die we in lage concentraties uitstoten via onze adem of huid. De onderzoekers hebben deze sensoren nu gecombineerd in een apparaat met twee goedkope sensoren voor CO2 en vocht, en creëerden zo neus 2.0.

Juist de combinatie van sensoren voor verschillende chemische verbindingen is belangrijk, omdat de afzonderlijke stoffen ook van andere bronnen dan mensen afkomstig kunnen zijn. CO2 kan bijvoorbeeld afkomstig zijn van een begraven persoon, maar ook van een vuurbron.

Ter aanvulling

De neus ondergaat eerst nog een reeks aan tests waarbij rampgebieden na aardbevingen worden gesimuleerd. Wel hebben de onderzoekers al verschillende adem- en huidemissieprofielen kunnen opstellen door proefpersonen twee uur lang in een kamer op te sluiten en de uitgeademde lucht op te vangen. Op die manier ‘weten’ de sensoren wanneer er sprake is van een mens.

Hoewel er al genoeg elektronica bestaat voor het opsporen van mensen in rampgebieden, gaat het hierbij vaak om camera’s en microfoons. Die zijn alleen handig wanneer mensen die onder het puin liggen begraven nog in staat zijn om geluid te maken of zichtbaar zijn. De sensoren zouden de elektronische apparaten kunnen aanvullen.

Het team is momenteel op zoek naar industriële partners of investeerders om de bouw van een prototype mogelijk te maken. Drones en robots kunnen ook worden uitgerust met de gassensoren, waardoor moeilijk te bereiken gebieden ook kunnen worden doorzocht.

Bronnen: Analytical Chemistry, ETH Zürich, New Atlas

Beeld: ETH Zürich/Andreas Güntner

Lees ook:

KIJK 6/2018Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!