3 benevelde bevelhebbers

KIJK-redactie

15 september 2018 12:59

oorlogsdrugs

Twee jaar geleden werd bekend dat koningin Wilhelmina tijdens de Tweede Wereldoorlog in Londen peppillen gebruikte. Hier drie andere historische figuren die regelmatig een greep in de drank- of medicijnkast deden.

1) Peter de Grote

Naar verluidt klokte tsaar Peter I (1672- 1725) dertig tot veertig glazen wijn per dag achterover. Het is dan ook moeilijk voor te stellen dat hij tijdens de veldslagen die hij leidde (zoals de overwinning bij Poltava op het destijds machtige Zweden) broodnuchter was. Bij wijze van hobby vermaakte de Russische heerser zich met de ‘Dronken Synode’, een vriendenclub om religieuze gebruiken te bespotten terwijl er stevig werd ingenomen.

2) Ulysses S. Grant

De opperbevelhebber van de regeringstroepen in de Amerikaanse Burgeroorlog en latere president van de Verenigde Staten (1869-1877) staat tot op de dag van vandaag bekend als een enorme zuipschuit. Grant dronk inderdaad veel, maar nooit als hij aan het werk was. Sommige historici denken zelfs dat hij vanwege zijn alcoholprobleem begreep hoe zwaar discipline woog en daardoor een betere generaal werd.

3) Adolf Hitler

Volgens de Duitse propaganda werd het Derde Rijk geleid door een gezond levende geheelonthouder, maar de werkelijkheid lag iets anders. Theodor Morell, vanaf 1936 zijn lijfarts, schreef Hitler tientallen middelen voor, waaronder steroïden en methamfetamine (oftewel speed). Soms kreeg hij twintig injecties per dag. Hitlers favoriete drug was Eukodal, een morfine-achtige pijnstiller die zowel opwekkend als kalmerend werkte.

Dit is een kader uit het artikel ‘Doping om te doden’ te vinden in KIJK 10/2018. Deze editie ligt in de winkel vanaf 20 september tot en met 17 oktober.

Meer informatie:

Tekst: Leo Polak

De KIJK 50 jaar-special ligt nu in de winkel met daarin de spannendste, opmerkelijkste en grappigste verhalen uit de lange geschiedenis van het blad. Wil je deze editie liever bestellen? Dat kan ook in onze webshop.