Niet een speciaal dieet, maar een ogenschijnlijk onbelangrijk orgaan zou de toekomst van een mier bepalen: worden ze een ‘simpele werker’ of soldaat?
Waarom de ene mier in een mierenkolonie uitgroeit tot een normale werkster, en de andere tot een bijna drie keer zo grote soldaat, was lange tijd een van de vragen die bij menig entomoloog (insectendeskundige) door het hoofd spookte. De genetische code van deze twee totaal anders uitziende mierzusters is namelijk identiek. Én ze zijn onvruchtbaar.
Een toevallige ontdekking van onderzoekers verbonden aan de Canadese McGill-universiteit geeft mogelijk antwoord op die vraag. De aanwezigheid van een klein, onontwikkeld orgaantje zou het verschil maken, schreven de onderzoekers onlangs in vakblad Nature. En of dat orgaantje er komt, zou de kolonie zelf in de hand hebben.
Lees ook: Mieren genezen gewonde soortgenoten met hun speeksel
Mierenmaatschappij
Het ziet er misschien rommelig uit, zo’n mierenhoop, maar laat dat je niet voor de gek houden. Mieren zijn juist heel georganiseerde beestjes. Onder leiding van de koningin worden alle taken netjes verdeeld. Sommige werksters verzamelen voedsel, andere verzorgen het nest en weer andere houden de kleintjes in het oog.
Bijzondere verschijningen in de mierenhoop zijn de soldaten: uit de kluiten gewassen mieren die, in tegenstelling tot wat hun naam suggereert, niet met geweld het fort verdedigen. De verwarring ligt bij de massale kaken, waarmee de mieren bouwen – niet vechten.
Raadsel
Over de aanwezigheid van die gigantische mieren brak zelfs beroemde bioloog Charles Darwin zich het hoofd. Het deed hem zelfs twijfelen aan zijn eigen evolutietheorie. Want als natuurlijke selectie ook op individueel level werkt, hoe kan een mierenkolonie dan zulke verschillende werkers hebben?
Entomoloog Tim Möhlmann (Wageningen University and Research) vindt de vondst dan ook erg interessant. “Het is al langer een vraag wat bepaalt of een mierenlarf een normale werkster, of een soldaat wordt”, vertelt hij. “De genetische achtergrond van deze ‘zustermieren’, die er totaal anders uitzien, is namelijk hetzelfde.”
Onontwikkelde vleugeltjes
Men wist al dat in het laatste ontwikkelingsstadium van soldaatlarven een ogenschijnlijk ‘nutteloos’ orgaantje zich vormde. De onderzoekers verwijderden verschillende delen van dit orgaantje, wat leidde tot volwassen mieren van allerlei maten. Wat bleek dus: dat orgaantje vormde niet, omdat het een soldaat bedroeg, maar zorgde juist voor de snelle groei en ontwikkeling van een soldaat.
“Daarbij”, vertelt Mohlmann, “blijkt de ontwikkeling van dat ‘rudimentaire orgaan’ te worden tegengehouden door bepaalde feromonen die andere soldaten kunnen afgeven.” Zo kan de kolonie zelf reguleren of er meer soldaten bij moeten komen óf dat het wel even goed is.
Volgende stap
In de toekomst, menen de onderzoekers, zou het interessant zijn om na te gaan of hetzelfde proces ook plaatsvindt bij andere miersoorten. Daarbij zou ook het bestuderen van andere, dergelijke orgaantjes volgens Möhlmann een interessante toevoeging zijn. “Het kan zijn dat ook andere, ogenschijnlijk rudimentaire organen in mieren, of andere insecten, toch een functie blijken te hebben”, besluit de wetenschapper.
Bronnen: Nature, EurekAlert!
Beeld: Alex Wild/McGill University
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!