‘Bloed is gewoon rood. Altijd’

KIJK-redactie

26 oktober 2018 10:59

bloed

Als je naar je arm kijkt, lijkt het bloed in je aderen blauw. Pas als het met de buitenlucht in aanraking komt, wordt het rood. Toch? Onzin, zegt Ronald Veldhuizen.

Mijn jeugdjaren kun je prima samenvatten als een reeks aan onbedoelde zelfverwondingen met véél bloed: die keer dat ik met mijn fietsje te hard een hellende stoep afreed waarna een tegel een gat in mijn kin sloeg, de val van een rotspartij waaraan ik een lastig te stelpen hoofdwond overhield, of de talloze keren dat ik mijn vingers openhaalde aan glasscherven.

Blauw bloed

Allemaal oppervlakkige wonden hoor, maar wat mij eindeloos fascineerde, was de kleur van het bloed: dat bleek gewoon rood te wezen, terwijl ik toch zou zweren dat de aders in bijvoorbeeld mijn vingers en onderarm er nogal blauw uitzien.

Dat zou komen, hoor je dan vaak, doordat het bloed binnenin je aderen wél blauw is, maar snel rood kleurt zodra het met de zuurstofrijke buitenlucht in aanraking komt. Bloed ziet er volgens dat idee dus uit als in de biologieboeken: knalrood in de zuurstofrijke slagaderen voor toevoer, blauw in de zuurstofarme aderen voor afvoer. Fout. Bloed is namelijk gewoon rood. Altijd. En de aderen zijn dat ook. Chirurgen die aders van levende patiënten blootleggen weten dat allang.

Speling van het licht

Een lichtspeling maakt dat aders (én slagaders) er onderhuids desondanks blauwig uitzien, schrijft de Australische bloedonderzoeker David Irving op The Conversation. Het witte licht dat overdag bijvoorbeeld op je onderarm valt, bestaat in werkelijkheid uit verschillende kleuren, en het rode deel daarvan dringt dieper door in de huid dan het blauwe. Terwijl de blauwe lichtstralen al vrij vroeg terugkaatsen naar je oog, duiken de rode stralen dieper het vlees in. Daar gaan ze zelfs verloren, want rode bloedcellen zijn kanjers in het opnemen van rood licht. Resultaat: er blijft vooral blauw licht over.

Voor wie in de mythe geloofde, is er een kleine troost: bloed verkleurt wel een béétje. Doordat de rode bloedcellen van vorm veranderen zodra ze zuurstofatomen opnemen, kaatst zuustofrijk bloed een helderrode kleur terug en zuurstofarm bloed een donkerrode.

Allemaal rood, niks blauw. Moraal van het verhaal: fijn dat schoolboeken onze bloedbaan overzichtelijk in blauw en rood bloed illustreren, maar een goedbedoelde tekening kán dus ook bestaande misvattingen versterken. Het is ook nooit goed.

Deze column verscheen eerder in KIJK 10/2018.

Heb jij de KIJK 50 jaar-special al met daarin de spannendste, opmerkelijkste en grappigste verhalen uit de lange geschiedenis van het blad? Zo niet, dan kun je hem nu in onze webshop bestellen!