Grote zorgen om nucleaire doodskist

André Kesseler

22 mei 2019 13:00

Amerikaanse nucleaire troep kan op de Marshalleilanden voor een ecologische ramp zorgen.

Na de ramp met de kerncentrale in Tsjernobyl werden de stralende puinhopen van reactor-4 afgedekt met de betonnen koepel. En toen die begon te lekken, werd er ook nog eens een complete sarcofaag overheen geschoven. Maar ook de Amerikanen hebben zo’n nucleaire nachtmerrie op hun geweten. Eentje ver van huis. Secretaris Generaal van de VN António Guterres bracht de ‘nucleaire doodskist’ afgelopen week opnieuw onder de aandacht.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Charlie Bravo

Tijdens de Koude Oorlog voerden zowel de Amerikanen als de Russen honderden atoomproeven uit. De VS deden dat voor een deel op de Marshalleilanden, een reeks atollen in de Grote Oceaan op zo’n 3700 kilometer ten noordoosten van de Australische kust. Maar die 67 atoombommen die daar tot ontploffing werden gebracht, waaronder de 15 megaton zware Charlie Bravo-waterstofbom (1000 keer zo zwaar als de Hiroshima-bom), lieten nogal wat radioactief besmette troep achter.

Cactus-krater

De Amerikanen veegden die zo goed en zo kwaad als dat kon bij elkaar en dumpten de boel in een krater die was ontstaan tijdens een van de tests. In die zogenoemde Cactus Crater, met een middellijn van een kleine 100 meter, ligt zo’n 84.000 kubieke meter radioactief besmette grond en zo’n 4600 kubieke meter ander materiaal. Om de schade voor de omgeving nog een beetje te beperken, werd er door de Amerikanen in 1980 een 50 centimeter dikke betonnen koepel overheen gebouwd. Maar uit nieuw onderzoek blijkt dat die koepel scheuren vertoont en dat, mede door de immer stijgende zeespiegel, zeewater in de krater dreigt door te dringen.

Nucleaire test lieten in de jaren vijftig en zestig grote kraters achter op de Marshall-eilanden. De onderste, het gevolg van de Cactus-test uit 1958, werd de opslagplaats voor een heleboel nucleair afval.

Ecologische ramp

Guterres zei daarover: “Ik ben net bij de president van de Marshall-eilanden geweest (Hilda Heine, red.), die erg ongerust is omdat het gevaar bestaat dat er radioactieve materialen weg lekken.” Als dat gebeurt, kan dat volgens veel deskundigen voor een ecologische ramp in het gebied zorgen.

Probleem is dat de Amerikanen in 1979 al met de regering van de Marshall-eilanden afspraken dat de VS niet aansprakelijk kan worden gesteld voor eventuele schade die voortkomt uit de atoomproeven die daar zijn gehouden. En de eilanden zijn nou niet zo kapitaalkrachtig dat ze 90.000 kubieke meter radioactief materiaal kunnen laten afvoeren of zelfs maar een nieuwe koepel kunnen bouwen.

De koepel vlak nadat die in 1980 werd voltooid.

Grote gevolgen

Guterres kwam in zijn verklaring niet met een oplossing, maar zei: “Als gevolg van de explosies die plaatsvonden in Frans-Polynesië en de Marshalleilanden is er werk aan de winkel. Ze hebben namelijk forse gevolgen voor de gezondheid, en een grote impact op de gemeenschappen. Natuurlijk zijn er vragen over compensatie en mogelijkheden om deze impact te minimaliseren.”

De vraag is of het Amerika van Donald J. Trump zich daardoor aangesproken voelt.

Bronnen: CBS / Popular Mechanics

Beeld: US Army