Genoom komodovaraan verklaart zijn actieve leven

Karlijn Klei

30 juli 2019 12:59

Voor het eerst is het genoom van ’s werelds grootste hagedis, de komodovaraan, in beeld gebracht. Dat geeft ons een kijkje in de evolutie van de rover.

Ze zijn weliswaar kleiner dan hun mythologische tegenhangers, maar de Komodo dragons, oftewel komodovaranen, zijn niet voor de poes. Met hun tot 3 meter lange, meer dan 100 kilogram zware lijven vormen ze de grootste hagedissen ter wereld. Bovendien weten de reptielen hun prooi op kilometers afstand te vinden, waar ze razendsnel op af stormen.

In de hoop meer te leren over de bijzondere eigenschappen van de komodovaraan brachten onderzoekers onlangs voor het eerst het genoom van twee van de roofdieren in kaart. Onder meer genen betrokken bij de energiehuishouding en het detecteren van feromonen zouden het een en ander kunnen verklaren, schrijft het Amerikaanse team in vakblad Nature Ecology & Evolution.

Lees ook:

Actievelingen

Hagedissen staan niet bekend om hun actieve levensstijl, en fysieke inspanning hakt er dan ook goed in. Maar bij komodovaranen ligt dat anders. Die kunnen langdurig actief zijn; ze lopen extreem lange stukken, zwemmen en rennen alsof het niks is.

De onderzoekers plozen het genoom van Slasher en Rinca uit, twee komodovaranen uit een dierentuin in Atlanta. Daaruit bleek dat een aantal genen dat een rol speelt bij de functie van de mitochondriën (de energiecentrales van de cel) anders waren dan bij hun verwanten. “Veel genen betrokken bij hoe cellen energie produceren en verbruiken, zijn op zo’n manier veranderd dat ze het ‘uithoudingsvermogen’ hebben doen stijgen”, vertelt Abigail Lind, een van de auteurs van het onderzoek.

Uit het onderzoek blijkt dat aanpassingen in de mitochondriën onder meer de hoeveelheid bloed die het hart per minuut wegpompt (het hartminuutvolume) verhoogt.

Feromoonsensoren

Daarnaast zag het team dat komodovaranen, en een aantal andere hagedissoorten, een grote hoeveelheid genen hebben die coderen voor zogenaamde ‘vomeronasale receptoren’. Deze eiwitten zijn deel van een complex zintuignetwerk dat vermoedelijk een rol speelt bij het detecteren van hormonen en feromonen.

De hagedissen gebruiken dit onder meer bij partnerkeuze, jagen, het ontwijken van roofdieren en het identificeren van familie. Meer dan 150 kopieën van deze receptorgenen vonden de onderzoekers in het genoom van de komodovaraan. Mogelijk zijn het deze genen die ervoor zorgen dat de moderne draken hun prooi tot op een slordige 12 kilometer kunnen opsporen, stellen de onderzoekers.

Met het varaangenoom hoopt het team in de toekomst nog meer over de komodobewoner te leren. Maar het gaat verder. Als een soort puzzelstukje vervult het onderzoek namelijk ook een leeg plekje in de evolutie van hagedissen, reptielen en gewervelden in het algemeen.

Bronnen: Nature Ecology & Evolution, EurekAlert!

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK