Afrikaanse voorouders leefden in de bergen

Karlijn Klei

10 augustus 2019 13:00

bergen

Het was er nat, dan heet, dan ijzig koud. Toch zou het onherbergzame Balegebergte in Ethiopië tijdens de laatste ijstijd het thuis van onze Afrikaanse voorouders zijn geweest.

Op zo’n 4000 meter boven de zeespiegel moet leven in het Bale-gebergte in het zuiden van Ethiopië zwaar geweest zijn. Er is namelijk weinig zuurstof, temperatuurschommelingen zijn er gigantisch, en het regent er veel, heel erg veel. Toch, laat een nieuw onderzoek zien, leefden onze Afrikaanse voorouders zo’n 45.000 jaar geleden daar – net in de fijner aandoende valleien, schrijven de onderzoekers in vakblad Science.

Lees ook:

Te droog

Vanwege die ogenschijnlijk ongunstige omstandigheden, vermoedde men dat onze voorouders alleen heel korte perioden in de bergen leefden én pas veel later dan 45.000 jaar geleden. Maar een internationaal team onderzoekers, bestaande uit archeologen, aardwetenschappers, paleo-ecologen en biologen, stelt het tegendeel. Tegen die 45.000 jaar geleden, in de oude steentijd en middenin de laatste ijstijd, waren de valleien te droog om te in te overleven.

Aanwijzingen

Dat concluderen de onderzoekers aan de hand van resten gevonden nabij de Fincha Habera in het Balegebergte. Naast stenen artefacten, kleifragmenten en een glazen kraal, wees ook vooral de grond hen hierop. Uit verschillende bodemanalyses konden de onderzoekers schatten hoeveel mensen er in de regio leefden en wanneer. Ook kon een grof beeld van het vroege weer gereconstrueerd worden; temperatuur, luchtvochtigheid en neerslag.

De resultaten lieten niet alleen zien dat onze Afrikaanse voorouders het berggebied gedurende lange(re) perioden bewoonden, het verschafte de onderzoekers ook de nodige ideeën over waarom. Tijdens de laatste ijstijd lag Fincha Habera aan de grens van de gletsjers. Volgens de onderzoekers was er hierdoor voldoende water aanwezig – dat smolt immers af en toe een beetje.

Ook wist het team te achterhalen wat de vroege mens waarschijnlijk at; gigantische molratten. Die waren makkelijk te vangen en leverden veel energie. Een laatste reden waarom onze voorouders daar settelden, zo schrijven de wetenschappers, was de nabijheid van vulkanisch gesteente. Met het obsidiaan uit die afzetting konden ze wapens en ander gereedschap maken.

Aanpassingsvermogen

“‘Een gedegen onderzoek”, vindt paleontoloog Lars van den Hoek Ostende (Naturalis Biodiversity Center). “Het is belangrijk te beseffen dat mensen niet alleen in de bergen waren, maar dat dit een van de plekken was die ze ook bewoonden. Dat laat maar weer zien hoe goed wij ons kunnen aanpassen aan verschillende omgevingen.”

“Wat mij altijd een beetje verbaasd heeft, is het moment dat de moderne mens Europa introk”, vertelt Van den Hoek Ostende. “Dat gebeurde tijdens een ijstijd. Persoonlijk was ik dan liever in Afrika was gebleven.” Dit artikel laat zien dat de mens ook in Afrika al goed in staat was om met koudere omstandigheden om te gaan. “Het zou mooi zijn als we dat beeld verder compleet zouden kunnen krijgen, besluit de paleontoloog. “Daar helpt deze studie weer een beetje bij.”

Bronnen: Science, EurekAlert!

Beeld: Götz Ossendorf

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK