Zilvermier is ’s werelds snelste

Karlijn Klei

17 oktober 2019 12:59

Met een topsnelheid van bijna een meter per seconde raast deze mier over gloeiendhete woestijnvlakten. Dat maakt hem de snelste mier ter wereld.

Met de brandende zon hoog aan de hemel en amper verkoeling te bekennen, is het niet vreemd dat de meeste woestijnbewoners op het heetst van de dag in hun holen blijven. Maar dat geldt niet voor de Sahara zilvermier. Deze uitslover gaat juist tijdens die intense hitte op pad – op zoek naar een maaltje.

Daar hebben de mieren een trucje voor. Niet alleen reflecteren hun glimmende haartjes deel van de zonnestralen, de mieren zijn ook snel – heel erg snel. Met bijna een meter per seconde blijken de insecten over de gloeiende vlakten te sjezen. Dat maakt de Cataglyphis bombycina ’s wereld snelste mier.

Lees ook:

Snelheidsduivels

Een topsnelheid van bijna een meter per seconde mag voor ons dan tergend langzaam zijn, voor zo’n klein beestje als een mier, is het razendsnel. Per seconde legt het insect namelijk een afstand van 108 maal (!) zijn eigen lengte af. Dat is alsof de kat van je buurman met pakweg 190 kilometer per uur rondrent.

De onderzoekers, afkomstig van de Ulm-universiteit in Duitsland, maten de razende passen van de Cataglyphis bombycina (Engels: Saharan Silver Ant) in de buurt van het Tunesische dorp Douz, de toegangspoort naar de Sahara-woestijn. Tijdens het heetste moment van de dag, bij een temperatuur van pakweg 60 °C, maten ze een topsnelheid van 85,5 centimeter per seconde.

In galop

Om deze bizarre vaart te halen, zet de zilvermier elke seconde zo’n 47 passen – ruim het tienvoudige van voormalig sprinter en wereldrecordhouder Usain Bolt. Zo rennen ze niet, ze vliegen haast over het zand; bij elke pas maken de pootjes slechts luttele milliseconden contact met het oppervlak.

Een gaaf onderzoek, vindt entomoloog en mierenspecialist Tim Möhlmann het. “Er zijn meer snelle woestijnmieren beschreven, dus in dat opzicht verbaast het me niet. Toch is een snelheid van bijna een meter per seconde bijzonder snel voor zo’n klein beestje.”

Aangepast

Möhlmann: “Het laat zien dat de mieren hebben zich perfect hebben aangepast aan de omstandigheden waarin ze leven. Door supersnel te rennen, en weinig contact te maken met het zand, weten ze de extreme hitte te ontlopen.”

Zo kunnen de mieren op pad als de zon het hoogst aan de hemel staat. “Dit is het moment waarop er dode prooidieren te vinden zijn, die de hitte niet aankonden”, legt de entomoloog uit. “Bovendien zijn vijanden van de mieren dan waarschijnlijk niet actief en kunnen ze dus rustig hun gang gaan – al doen ze dat wel op topsnelheid.”

De bevindingen werden gepubliceerd in het vakblad Journal of Experimental Biology.

Bronnen: Journal of Experimental Biology, EurekAlert!

Beeld: HARALD WOLF/University of Ulm

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!