Waarom zeggen we niet ‘schoonbroer’?

KIJK-redactie

04 mei 2020 11:59

zwager schoonbroer

Schoonvader, schoonmoeder, schoonzus en dan… zwager. Waar komt de term ‘schoon’ vandaan en waarom zeggen we niet schoonbroer?

Familietermen met ‘schoon’ gebruiken we in het Nederlands sinds de vijftiende eeuw. Het Frans was destijds populair, en in die taal sprak je iemand met beau (‘mooi’, of ‘schoon’) aan als je beleefd wilde zijn. Tegen aangetrouwde familie wilde je natuurlijk zéker beleefd en respectvol zijn, dus ontstonden in Nederland en België zogenoemde leenvertalingen, zoals ‘schoonzoon’, ‘schoonmoeder’ en ‘schoonbroer’.

Lees ook:

Schoonbroer en zwagerin

Vóór de vijftiende eeuw bestonden er nog oer-Nederlandse woorden voor aangetrouwde familie. De man van je zus was je zwager, en de vrouw van je broer noemde je toen zwagerin. Of, in de noordelijke delen van het land: je snaar. Nóg langer geleden – we zitten nu in de dertiende eeuw – konden de woorden zwager en zwagerin nog naar alle aangetrouwde familie verwijzen, dus ook naar je schoonmoeder of schoonzoon.

Later heeft de Franse familieterminologie die Nederlandse woorden dus vervangen. In België, waar de invloed van het Frans natuurlijk het grootst was, bestaat het woord ‘zwager’ helemaal niet meer. In het

Standaardnederlands is ‘zwagerin’ door het Franse woord vervangen, maar het woord ‘zwager’ is wél gebleven, vermoedelijk omdat het vaker voorkwam dan de vrouwelijke variant en dus makkelijker doorgegeven werd aan volgende generaties. Er zijn nog wel dialectsprekers in Limburg en Brabant die ‘zwagerin’ zeggen, en in sommige Noord-Nederlandse dialecten komt ook ‘snaar’ nog voor. Die Fransen hebben ons toch meer gebracht dan brie en wijn.

Deze vraag kon je vinden in KIJK 9/2019.

Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl

Tekst: Sterre Leufkens

Beeld: iStock/Getty Images

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!