Had de Titanic niet beter achteruit kunnen varen?

André Kesseler

14 april 2023 09:00

Titanic Carpathia

In de nacht van 14 op 15 april 1912 kwam de overtocht van de RMS Titanic dramatisch aan zijn einde toen het schip in aanvaring kwam met een ijsberg. Zou het hebben uitgemaakt als de Titanic na die aanvaring met vol vermogen achteruit zou zijn gevaren in de richting van RMS Carpathia?

We kennen allemaal het verhaal van de Titanic. 1912. Eerste vaart. IJsberg. Lek. Van de 2223 passagiers kwamen er 1522 om. Ten tijde van de aanvaring voer de trans-Atlantische stoomboot RMS Carpathia op 107 kilometer ten zuidoosten van de Titanic. Toen het noodsignaal werd ontvangen, zette kapitein Arthur Henry Rostron meteen koers richting de rampplek. En dat brengt KIJK-lezer Simon de Joode op de volgende vraag. “Zou het hebben uitgemaakt als de Titanic na de aanvaring met vol vermogen achteruit zou zijn gevaren in de richting van de Carpathia?” Dat blijft natuurlijk enorm speculeren, maar gelukkig wil Jaap van Heerd, projectleider Cruise & Ferry van het onderzoeksinstituut Marin, wel even meedenken. En hij denkt van niet.

Lees ook:

Schepeffect

De romp van de Titanic was niet gelast, maar bestond uit grote stalen platen die met klinknagels aan elkaar waren gezet. Toen het schip de ijsberg schampte, ontstond er niet zozeer een gat in de romp, maar werden de platen op verschillende plekken ingedeukt en knapten de naden open.

Via die openingen, bij elkaar een lek van naar schatting 1,2 vierkante meter, stroomde 7,1 ton zeewater per seconde naar binnen. Dat was maar liefst vijftien keer sneller dan de pompen van het schip het water naar buiten konden werken. Volgens Van Heerd had het met zoveel instromend water niet echt uitgemaakt als de Titanic achteruit was gaan varen. “Dat had de boel zelfs kunnen versnellen”, zegt hij. “Als de platen op een bepaalde manier open zijn gaan staan, had er een soort ‘scheppend’ effect kunnen ontstaan, waardoor er juist meer zeewater naar binnen werd geperst.”

RMS Carpathia

De ontwerpers hadden berekend dat de Titanic nog kon blijven drijven als de voorste vier compartimenten vol water zouden lopen. Maar doordat zes van de zestien compartimenten lek waren, verdween de boeg van het schip al na vrij korte tijd onder water. Met als bijkomend probleem dat op zeker moment de schroeven uit het water werden getild en er sowieso geen
voorstuwing zou zijn geweest. En dan nog, zo denkt ook Van Heerd, had de
Titanic het waarschijnlijk niet kunnen halen. Het kostte de Carpathia namelijk drie en een half uur om de afstand van 107 kilometer te overbruggen en het schip kwam pas om vier uur ’s nachts aan; anderhalf uur nadat het laatste deel van de Titanic onder de golven was verdwenen.

Deze vraag kon je vinden in KIJK 2/2020.

Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl

Beeld: F.G.O. STUART

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!