Bloem misleidt bestuivers met geur van dode insecten

Karlijn Klei

22 mei 2021 15:00

bloem

Volgens onderzoekers verspreidt Aristolochia microstoma een ‘dode-insectenlucht’. Je zou het niet zeggen, maar er zijn bestuivers die daar op af komen.

Bij de bloemist zal je ze niet tegenkomen, de zogenaamde aasbloemen. In tegentelling tot de frisse, zoete geur van een bos rozen of anjers, ruiken ze namelijk verre van lekker. Deze soorten, zoals de Rafflesia, verspreiden de geur van ontbindend vlees. Daarmee foppen ze aasvliegen en andere, dergelijke insecten die op zoek zijn naar knaagdieren die recent de pijp uit gingen, om hun bloemen te bestuiven.

Onderzoekers ontdekten dat de Aristolochia microstoma er een vergelijkbare truc op na houdt. Deze bloem verspreidt echter niet de geur van een ontbindend gewerveld dier, zoals een vogel of zoogdier, maar één die lijkt op dat van een dood insect. Daarin, zo schrijven de onderzoekers, is A. microstoma vooralsnog uniek.

Lees ook:

Opvallend onopvallend

Aristolochia microstoma is een pijpbloem die voorkomt in Griekenland. De soort viel de biologen achter het nieuwe onderzoek op omdat hij tussen de andere Aristolochia níet opvalt. In tegenstelling tot andere soorten, die grote, in het oog springende bloemen hebben, zijn A. microstoma klein en bruin, en liggen ze vaak horizontaal verstopt tussen bladeren of half begraven in de grond.

De onderzoekers bemonsterden 1457 A. microstoma vanuit drie plekken in Griekenland: één ten westen van Athene en twee op schiereiland Peloponnesos. Uit die bloemen verzamelden ze bijna 250 geleedpotigen; van vliegen tot duizendpoten. Van al die mogelijke bestuivers bleken alleen Megalesia scalaris en M. agusta/M. longicostalis pollen van de bloem met zich mee te dragen. Dat suggereert dat dit de normale bestuivers van de pijpbloem zijn.

Aristolochia microstoma op verschillende plekken. Klik om te vergroten. © T. Rupp, B. Oelschlägel, K. Rabitsch et al., 2021/Frontiers in Ecology and Evolution

Insectengeur

In wat zacht gezegd één van de meer lugubere paringsrituelen moet zijn, speuren de Megalesia hun omgeving af naar insectenkarkassen. Daar paren ze en leggen ze vervolgens hun eitjes in. Toen de onderzoekers de geur van A. microstoma analyseerden, bleek dat die onder meer 2,5-dimethylpyrazine bevat. Dit ingrediënt, dat door maar heel weinig planten geproduceerd wordt, komt van nature voor in rottende kevers.  

Volgens de onderzoekers is Aristolochia microstoma vooralsnog de enige aasbloem die niet de geur van een rottend gewerveld dier verspreidt om bestuivers te lokken, maar dat van een kever: een ongewerveld dier.

Een Megaselia met pollen op haar rug. © T. Rupp, B. Oelschlägel, K. Rabitsch et al., 2021/Frontiers in Ecology and Evolution

Gefopt

Wetenschappers vermoeden dat tussen de vier en zes procent van de bloeiende planten hun bestuivers op zo’n manier ‘foppen’. Ze gebruiken kleur of geur om de bestuivers te lokken met een beloning die er niet is. In het geval van Aristolochia microstoma, komen de vliegen dus af op wat zij denken dat dode, rottende kevers zijn. Balen, want dat insect is er dus niet.

Voor de plant is het fijn. Die heeft met het bezoek van de Megaselia immers voor de bevruchting van zijn bloemen weten te zorgen. Met vrij harde hand overigens. Als de bestuivers de bloem binnengaan, zo schrijven de onderzoekers, glijden ze door een soort naar beneden gerichte haartjes naar binnen. Daar kunnen ze pas weer uit als die haartjes zijn vergaan.

Bronnen: Frontiers in Ecology and Evolution, EurekAlert!

Beeld: T. Rupp, B. Oelschlägel, K. Rabitsch et al., 2021/Frontiers in Ecology and Evolution

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!