Internationale Vrouwendag: acht vrouwelijke uitvinders

Naomi Vreeburg

08 maart 2024 09:00

vrouwelijke uitvinders

Het is vandaag internationale vrouwendag. En dat grijpen we graag aan om acht innovatieve dames in het zonnetje te zetten.

De cirkelzaag, de vaatwasser, het reddingsvlot, en ruitenwissers. Deze apparaten en meer hebben we te danken aan uitvinders van het vrouwelijke geslacht. KIJK brengt op internationale vrouwendag een ode aan acht dames die de wereld met hun technologische ideeën een stukje makkelijker maakten.

Lees ook:

Margaret Knight: gejatte technologie

Margaret Knight

Ze wordt wel de beroemdste vrouwelijke uitvinder van de negentiende eeuw genoemd: Margaret E. Knight. De Amerikaanse (1838 – 1914) ontwikkelde honderd verschillende machines, en liet twintig patenten op haar naam schrijven. Het beroemdste apparaat was een machine die een papieren draagzak met een platte bodem kon knippen, vouwen en plakken. Zowel het apparaat als de papieren zak gebruiken we vandaag de dag nog.

Knight kwam op het idee toen ze in een papieren zakken-fabriek werkte in 1968. Ze maakte van hout een werkend prototype, maar bedacht dat een ijzeren versie beter was. In de machinewerkplaats ontwikkelde ze deze variant. Charles Annan, die eveneens in de fabriek werkte, ging er echter met haar idee vandoor en patenteerde het apparaat. Dit liet Knight niet over haar kant gaan, en ze spande een rechtszaak aan. Met succes: in 1971 ontving ze het patent over haar machine.

Marie van Brittan Brown: veilig gevoel

De Amerikaanse verpleger Marie Van Brittan Brown (1922-1999) voelde zich niet meer veilig in haar huis in Queens. De criminaliteit was de laatste jaren toegenomen, en de politie reageerde traag op dringende meldingen. Ze realiseerde zich dat ze zich minder kwetsbaar zou voelen als ze kon zien wie er aan haar deur stond, zonder hem te openen. Samen met haar man Albert, een elektricien, ging ze aan de slag om dit idee verder uit te werken.

Uiteindelijk ontwikkelden ze een systeem bestaande uit vier kijkgaatjes, en een beweegbare camera die draadloos in verbinding stond met een monitor in de slaapkamer van Albert en Marie. Via een microfoontje kon het stel communiceren met de persoon die aan de andere kant van de deur stond. Bovendien konden ze met één druk op de knop een seintje sturen naar de politie wanneer er iemand probeerde binnen te dringen. In 1969 kregen ze patentnummer 3482037 op dit ingenieuze alarmsysteem.

Hedy Lamarr: knappe kop

Hedy Lamarr

Disney laat zich voor het uiterlijk van zijn Sneeuwwitje inspireren door actrice Hedy Lamarr (1914-2000), en ook wordt ze het rolmodel voor stripfiguur Catwoman. Maar de Oostenrijks-Amerikaanse had niet enkel letterlijk een knappe kop. Het markante figuur was een heel slimme tante; ze stond aan de wieg van de moderne communicatietechniek.

In 1940 raakte Lamarr aan de praat met filmcomponist George Antheil. Beiden waren bezorgd over het feit dat de Amerikanen veel torpedo’s verloren door stoorzenders van de Duitsers. Ze bedachten vervolgens de techniek die we vandaag de dag kennen als frequency hopping: torpedo’s op afstand besturen met steeds wisselende radiofrequenties, zodat de vijand het signaal niet meer kon verstoren. Met een variant van frequency hopping werd decennia later wifi ontwikkeld.

Mary Anderson: verlopen patent

Toen vastgoedontwikkelaar Mary Anderson (1866-1953) begin twintigste eeuw per tram door New York reisde, regende het pijpenstelen. De conducteur moest een raampje openen om te zien waar hij reed. Dat moet anders, dacht Anderson, en eenmaal thuis in Alabama bedacht ze de voorloper van de ruitenwisser. Ze patenteerde het idee in 1903.

Maar het aan de man brengen van haar uitvinding, was nog niet zo gemakkelijk. Autofabrikanten zagen het nut er niet van in. Twintig jaar later wel: in 1922 bouwde Cadillac de ruitenwisser standaard in zijn wagens in. Anderson kon hier helaas niet meer van profiteren, aangezien haar patent twee jaar eerder verliep.

Stephanie Kwolek: levensredder

vrouwelijke uitvinders
Science History Institute/CC BY-SA 3.0

Dokter worden. Dat was de droom van de Pools-Amerikaanse Stephanie Kwolek (1923-2014). Om de opleiding te kunnen bekostigen, werkte ze vanaf 1946 als onderzoeker bij kunststoffenmaker DuPont. Daar kwam ze erachter dat ze naast een grote passie voor geneeskunde, ook een passie voor scheikunde had.

In 1965 ontwikkelde ze bij DuPont het materiaal Kevlar. Een supervezel die vijf keer zo sterk als staal was. Het materiaal bleek tal van toepassingen te hebben; zo werd het verwerkt in boten, vliegtuigen, kabels, en natuurlijk in kogelvaste vesten. Hoewel Kwolek dus geen arts werd, heeft ze met haar vinding uiteindelijk wel levens gered.

Sarah Babbitt: eervolle vermelding

Dag in dag uit zag de Amerikaanse Sarah ‘Tabitha’ Babbitt (1779-1853) mensen hannesen met een zaagkuil, een kuil in de grond waarover een boomstam wordt gelegd. Vervolgens hanteren twee personen een lange zaag: één boven, één onder. Samen zagen ze de boomstam in planken. Dat moet makkelijker kunnen, aldus Babbitt.

Babbitt – werkzaam als weefster en onderdeel van de Shakers – bevestigde in 1813 een zaag aan haar spinnewiel, en voilà: het idee voor de cirkelzaag was geboren. Ze vroeg echter nooit patent voor de vinding aan vanwege haar religieuze gemeenschap. Bovendien zijn er meerdere uitvinders die het concept van de cirkelzaag hebben geclaimd. Toch vonden wij het lijstje niet compleet zonder Babbitt.  

Grace Hopper: toegankelijke computertaal

vrouwelijke uitvinders

Een vrouw die heel veel heeft betekend voor de digitale wereld: Grace Hopper (1906-1992). In 1930 haalde ze aan Yale haar master in de wiskunde en natuurkunde, en dertien jaar later promoveerde ze als eerste vrouw in de Verenigde Staten in de Wiskunde. Ze had dan ook al een reputatie toen ze werd gevraagd om berekeningen te maken voor computer Mark I.

Na WO II werkte ze bij het bedrijf Eckert & Mauchly aan de eerste commerciële computer. Hopper stoorde zich aan de programmeertaal: alleen wiskundigen snapten wat ze moesten intikken om een computer taken te laten uitvoeren. Daarom ontwikkelde ze een compilatieprogramma (B-O) dat Engelstalige programmacommando’s omzette naar machinetaal. Een schot in de roos, en een vinding die vandaag de dag nog altijd veelvuldig wordt toegepast.

Maria Beasley: redding nabij

De Amerikaanse entrepreneur Maria Beasley (1836-1913) maakte een fortuin met een door haar bedachte machine om vaten efficiënter te maken. Toch rustte ze niet op haar lauweren toen ze financieel gezien eenmaal binnen was. In 1880 ontwikkelde ze namelijk iets dat levens zou redden: een sterk verbeterd reddingsvlot.

Voor die tijd bestond een reddingsvlot voor het grootste deel uit een paar houten planken. Totaal niet vuurbestendig, compact, veilig, of snel te water te laten. Deze eigenschappen zag Beasley wel graag terug in een reddingsvlot. Daarom kwam ze met het idee voor een opblaasbaar reddingsvlot. En dat is een gouden vondst gebleken.

Bronnen: Discover, USA Today Money

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!