‘Ik zal nog even moeten wachten op de pijnloze naald’

KIJK-redactie

17 juni 2022 09:00

injectienaald

Hoewel Eric de Kruijk kampt met prikangst, zet hij in zijn column de injectienaald in het zonnetje. Over het ontwerp van dit medisch hulpmiddel is – en wordt nog altijd – goed nagedacht.

Met klotsende oksels en een hoge hartslag ga ik op de stoel voor haar zitten. Terwijl ik netjes mijn geboortedatum opdreun, ziet ze mijn bezwete en lijkbleke gezicht, en vraagt ze of het goed gaat. “Ja hoor, komt goed”, zeg ik tegen haar, maar eigenlijk vooral tegen mezelf. Ik stroop mijn mouw op en terwijl ik strak de andere kant op kijk, voel ik dat ze de naald van de spuit gevuld met een vaccin in mijn bovenarm zet. Ook deze keer blijkt de angst weer groter dan de daadwerkelijke pijn.

In deze aflevering van Dagelijks gebruik door De Kruijk duik ik in het ontwerp van het meest gebruikte medische hulpmiddel: de injectienaald. Elk jaar worden er wereldwijd alleen al door artsen en verpleegkundigen zo’n 16 miljard prikken mee gezet. En na honderden jaren van gebruik wordt nog steeds elke dag nagedacht over een beter ontwerp.

Lees ook van Dagelijks gebruik door De Kruijk:

Holle ganzenveer

Het eerst gedocumenteerde experiment met de injectienaald stamt uit 1656, uitgevoerd door wetenschapper Sir Christopher Wren. Ja, dat was de tijd dat ‘wetenschapper’ nog als alomvattende titel kon worden gedragen. Wren was een door Newton geroemde wiskundige, sterrenkundige, architect, landmeter en onderzoeker van de menselijke anatomie. Hij ontdekte dat je met een holle en scherpe ganzenveer direct vloeistoffen of medicijnen in het bloed kon spuiten. Hij zag het als een interessante manier om medicijnen toe te dienen, maar omdat de injectie bij sommigen tot dodelijke infecties leidde, werd er ook weer snel vanaf gezien.

Injectienaalden werken perfect en zijn bovendien spotgoedkoop

Twee eeuwen later, in 1850, vroeg de Franse instrumentenmaker Joseph Charrière patent aan op zijn nieuwste uitvinding: de holle metalen injectienaald. Die kon je steriel maken door hem te verhitten, wat infecties voorkwam. Tegenwoordig zijn de meeste injectienaalden gemaakt van roestvast staal. Ze worden gevormd in een mal en het topje wordt vlijmscherp en schuin geslepen. Daarna gaan ze steriel hun verpakking in. Ze werken perfect en zijn bovendien spotgoedkoop.

Wanneer komt de pijnloze naald eraan?

Maar omdat de groep gevoelige bangeriken – waar ik ook toe behoor – vrij groot is, zijn de naaldontwikkelaars verder gaan nadenken over hoe het prikken comfortabeler en pijnlozer kan. In tegenstelling tot wat ik verwachtte, blijkt het dunner maken van de naald niet de beste oplossing. In 2006 onderzochten tandartsen de pijnbeleving bij zo’n duizend patiënten waarbij ze gebruikmaakten van de dunst tot de dikst mogelijke naald. Waar de aanblik van de dikke naald tot paniek kon zorgen, bleken geblinddoekte patiënten eigenlijk geen verschil in pijn te ervaren.

Wel is er veel winst te behalen als je de weerstand vermindert die een naald in de huid ondervindt. Zo worden er nu veel verschillende naalden gemaakt met een coating van polymeren die als glijmiddel dient. En in het biomimicrilab van Ohio State University is de afgelopen jaren hard gewerkt aan een injectienaald die is geïnspireerd op de snuit van de mug. Zo’n insect is immers in staat om je vrijwel ongemerkt en pijnloos te prikken. De mug heeft een bijzonder complexe priktechniek, maar één onderdeel konden de onderzoeker goed namaken. Het puntje van de scherpe muggennaald bevat namelijk kleine, scherpe zaagtanden. Daarbij trilt de mug haar naald op hoge frequentie – als een soort decoupeerzaag – de huid in. Vergelijk het met het snijden van een rijpe tomaat met een scherp glad mes versus een scherp kartelmes. Dat laatste gaat er veel soepeler doorheen. En ook hier geldt: minder weerstand is minder pijn.

Het nadeel van alle innovaties zoals deze is dat er een hoger prijskaartje aan zit en dat de ‘gewone’ naald, die slechts een prikkie kost, volgens zorgverzekeraars prima werkt. Kleinzerige zielen zoals ik zullen waarschijnlijk nog even geduld moeten hebben voordat de pijnloze naald ook in het standaardpakket van de vaccinprikkers zit. Voor een eventuele volgende prik verzamel ik dus gewoon maar weer al mijn moed… en een goede deodorant.

Deze column staat ook in KIJK 5/2022.