Huygens had waarschijnlijk een bril nodig

June Ying van Dam

02 maart 2023 15:00

Portret van Christiaan Huygens

De Nederlandse wis-, natuur- en sterrenkundige Christiaan Huygens verrichtte in de 17e eeuw revolutionair onderzoek in de optica, mechanica, tijdmeting en astronomie. Uit een nieuwe studie blijkt dat onze nationale wetenschapsheld mogelijk bijziend was.

“Dit onderzoek werpt nieuw licht op het werk van Christiaan Huygens en suggereert dat de persoon die een telescoop bouwt net zo belangrijk is als zijn gereedschap”, zegt hoofdonderzoeker Alex Pietrow, sterrenkundige aan het Leibniz Instituut voor Astrofysica in Potsdam (Duitsland). In zijn studie, die vandaag is gepubliceerd, concludeert hij dat Huygens’ vergelijkingen structureel afweken van moderne optische principes. Zijn verklaring: de vooraanstaande uitvinder had een oogafwijking die hij onbewust verwerkte in zijn telescopen.

Lees ook:

Uitstekend, maar onscherp

Het is een onderwerp waar Pietrow toevallig in rolde. In een ander onderzoek stuitte hij namelijk op de vergelijkingen die Huygens had gebruikt om zijn telescopen te ontwerpen. Voor de lol begon hij ze te vergelijken met moderne optica. Onverwacht had Huygens het bij het rechte eind wat de vorm van de vergelijkingen betreft, wat heel bijzonder was voor zijn tijd. Alleen bleken de constanten verkeerd. De formule voor kinetische energie, die wij kennen als f = 1/2mv2, zou Huygens bijvoorbeeld hebben geschreven als f = 2mv2. Pietrow: “De formule gedraagt zich zoals hij moet, maar de uitkomst is gewoon te groot.”

Pietrow vond dit terug in oude teksten van mensen die Huygens’ lenzen bestudeerden. Zo schreef de eerste directeur van de Leidse Sterrewacht Frederik Kaiser in 1846 dat de kwaliteit van de lenzen uitstekend was, maar dat ze niet zo scherp waren. Via een ‘Eureka-momentje’, zoals hij het noemt, kwam Pietrow op de verklaring. Hij besloot om te kijken wat voor brilsterkte zou horen bij de afwijking in scherpte van de telescopen. Daar kwam een brilsterkte van ongeveer -1,5 uit.

Kippig

“Dit is waarschijnlijk het eerste postume brilrecept ooit, en dat voor iemand die 330 jaar geleden leefde”, zegt Pietrow trots. Verrast is hij ook door zijn ontdekking: “Ik had deze uitkomst totaal niet verwacht, maar ik ben er wel blij mee. Het resultaat vind ik heel interessant, omdat het niet alleen iets zegt over hoe goed Huygens zijn lenzen kon slijpen of de natuurkunde begreep, maar ook over hemzelf.”

Huygens’ bijziendheid was waarschijnlijk mild genoeg om geen problemen te veroorzaken in het dagelijks leven in de 17e eeuw. Met deze visuele afwijking kan iemand prima lezen of schrijven, maar heeft diegene moeite met scherp zien in de verte. Dat kan problematisch zijn bij het autorijden, maar daar hoefden ze driehonderd jaar geleden nog geen rekening mee te houden. Volgens Pietrow had Huygens in het dagelijks leven dan ook geen bril nodig en speelde het ook geen rol bij het bouwen van telescopen. Huygens nam deze oogafwijking waarschijnlijk wel onbewust mee in zijn ontwerpen.

Galileo

Huygens bouwde nog ‘vaste’ telescopen, wat in zijn tijd normaal was. “Die kun je niet scherpstellen door de buis of het oculair te verschuiven”, legt Pietrow uit. Dit soort kijkers zijn dus echt scherpgesteld op de persoon die ze maakte, en werken waarschijnlijk veel minder goed voor mensen die een andere brilsterkte hebben.

Pietrows onderzoek zou je ook kunnen doortrekken naar andere wetenschappers. Zo had Galileo moeite om mensen te overtuigen van wat hij zag, zelfs als hij ze door zijn telescoop liet kijken. Pietrow: “Historici dachten altijd dat dit kwam doordat niet iedereen ervaring had met een telescoop, maar het is dus best mogelijk dat Galileo ook een bril nodig had. Het lijkt me heel leuk om dat uit te zoeken voor hem en andere wetenschappers waarvan de telescopen bewaard zijn gebleven.”

Bronnen: Notes and Records: the Royal Society Journal of the History of Science, Alex Pietrow

Beeld: Caspar Netscher