Tien jaar geleden gooide het plan van de Google Glass hoge ogen. Maar hoe staat het nu eigenlijk met deze hightech bril? Wetenschapsjournalist Rijco van Egdom zoekt het uit.
Als ik terugdenk aan de klassieke James Bond-films, ben ik zo weer het jochie dat met zijn grote broer op de bank zit. Pa in zijn eigen stoel en in ieders handjes een bakje ribbelchips met dipsaus. En dan lekker kijken naar de meest krankzinnige achtervolgingen, verre van realistische vuurgevechten, nog verder van realistische romantische overwinningen – maar dat snapte ik toen nog niet – en natuurlijk: de gadgets. Dynamiet vermomd als tandpasta, een horloge met ingebouwde laser, een auto slash onderzeeër, schoenen met giftige dolken uit de neus, en een pen vol explosieven (die een van de spannendste scénes uit de hele franchise opleverde).
Een gadget die niet in de films voorkwam, maar wel prima in het rijtje had gepast: Google Glass. Rond 2013 was die even dé gadget van het moment, maar inmiddels is het alweer ruime tijd vrij stil rondom deze ultramoderne bril met ingebouwde camera en omgevingsscanner.
Meer Van Egdoms Oordeel:
Ontwikkelingshel
Het idee achter de bril is vrij simpel. Je neemt het montuur van een standaardbril, pompt die vol met technische snufjes en allerhande elektronica, en voilà; je hebt een Google Glass. Of, korter gezegd: Glass. (Waarom niet ‘Glasses’ is een van de mysteriën waar de mensheid nooit een antwoord op gaat vinden.)
Je kunt zo’n ding zien als een draagbare computer in de vorm van een bril. Met een projectortje erin dat dan op de binnenkant van een soort prismaglas allerlei informatie kan vertonen – afhankelijk van waar je naar kijkt. Is dat toevallig een schilderij, dan kun je aan de binnenkant van je brillenglas van alles lezen over het desbetreffende kunstwerk en de bijhorende schilder.
Maar de Glass had nog meer in petto dan alleen wat extra informatie bij een rondje door het stedelijk museum. Hij zou je bijvoorbeeld ook kunnen helpen om überhaupt bij dat museum aan te komen door je de weg te wijzen. Of mocht je naar het museum willen in een land waar ze een vreemde taal spreken, dan zou Glass de naambordjes voor je kunnen vertalen.
Als je dat allemaal zo hoort, denk je bij jezelf: dat wil ik! Toch is de Glass blijven steken in de bèta-ontwikkelingshel. Waarom loopt nog niet iedereen rond met zo’n ding op zijn snufferd?
Weinig ruimte
“Als je er over nadenkt, is een extra bril als gadget erg onpraktisch. Vooral voor mensen die al noodgedwongen een bril dragen. Zoals ik. De combinatie bril op bril is uitermate onprettig. Dat weet ik uit ervaring, want ik heb jaren geleden de Google Glass mogen testen.”
Ik spreek Roland van Rijswijk-Deij, als onderzoeker cybersecurity verbonden aan de Universiteit Twente. En als je je afvraagt wat cybersecurity met de Glass te maken heeft: daar komen we zo nog op. Maar ik kan alvast vertellen dat veiligheid een van de drie grootste nagels in de spreekwoordelijke doodskist van de Glass is geweest.
Naast onderzoeker is Van Rijswijk-Deij al zijn hele leven groot fan van het internet. “Ik hoorde bij de eerste mensen in Nederland die een e-mailadres hadden.” En daarnaast heeft hij dus de eer gehad om in real life de Glass te kunnen testen. “Het grootste probleem met die bril is dat het een bril is. Een bril bestaat simpelweg uit een slank montuur met twee glazen erin. Los van het comfort laat dit ontwerp niet veel ruimte over voor extra toevoegingen. De techniek in de Glass was dus ook erg beperkt en had de tand des tijds nooit overleefd. Kijk naar mobiele telefoons; die worden ook met elke generatie groter. De consument wil steeds meer en meer in zo’n apparaat en dat kost simpelweg ruimte. Die luxe heb je niet in een bril.”
Scrollende zombies
Naast de beperkte ruimte voor techniek is er ook een probleem op sociaal vlak. “Een telefoon slurpt veel van je aandacht. Maar het ‘voordeel’ van een mobiel is dat je als omstander in elk geval ziet dat iemand met zijn of haar telefoon bezig is en dus is afgeleid. Dat heb je bij een bril niet en dat was destijds ook een belangrijk punt van kritiek. Want de gebruiker van een Glass lijkt je wel aan te kijken. Dat is voor ons sociale wezens een uiterst vreemde ervaring.” Alles went, zou je denken, maar ik kan me voorstellen dat het behoorlijk vreemd is om in een trein omringd te zijn door bebrilde types die mij met in zichzelf gekeerde blik aan zitten te staren. Dan liever een coupé vol scrollende zombies.
Het laatste probleem is het grootste. Ik zei het al: de veiligheid. Kennelijk zit menige overheid niet te wachten op een gadget waarmee het wel heel makkelijk wordt om overal van alles en iedereen opnames te maken. “Dat is echt het punt waarover de Glass is gestruikeld: privacy. Dat is voor sommige mensen het grootste goed en daar kan zelfs een techgigant als Google niet tegenop.” Diezelfde discussie zie je nu bij slimme deurbellen, zegt Van Rijswijk-Deij. “Ook op dat gebied lopen nu allerlei rechtszaken en het zou mij niet verbazen als dat binnenkort aan banden wordt gelegd. Want in theorie film je met een slimme deurbel je pakketbezorger en de openbare weg. En dat is allebei omwille van de privacy feitelijk illegaal.”
Gebarsten Glass
Geen slimme deurbel of bril dus. Maar waar ziet hij wel kansen? “Een bril is in de kern natuurlijk een hulpmiddel voor mensen die slecht zien. Om dat te transformeren tot een gadget is de grootste denkfout.” Volgens Van Rijswijk-Deij is het dan slimmer om iets te bedenken wat iedereen wil, handicap of niet. “In die zin zijn smartwatches echt een schot in de roos.”
“Wat die horloges ook veel slimmer doen dan de Glass, is het zogenoemde offloaden”, gaat hij verder. Offloaden is het uitbesteden van functies aan een ander apparaat. Veel van de functionaliteiten van een smartwatch worden eigenlijk uitgevoerd door het daaraan gekoppelde mobieltje. Daardoor heb je minder ruimte nodig voor elektronica in het horloge zelf. “In de tijd van Google Glass kwamen net de eerste echte smartphones op de markt. Die konden natuurlijk nog vrijwel niks vergeleken met de dingen die we nu in onze broekzak hebben.”
In antwoord op de vraag of die ontwikkeling nog kansen biedt voor de Glass schudt Van Rijswijk-Deij zijn hoofd. “Ook al zou je veel kunnen offloaden, het hele concept van zo’n gadget in de vorm van een bril zie ik gewoon geen succes worden. Om de simpele reden dat brildragers al een bril hebben en niet-brildragers geen bril willen.”
Duidelijke taal. En nog voor dit stukje naar de drukker ging, zag ik een berichtje voorbijkomen op internet met als kop: ‘Google Glass is eindelijk gebarsten.’ Oftewel: zelfs het moederbedrijf heeft de stekker uit het ding getrokken. Dus helaas, Mr. Bond: je moet het bij je komende avonturen toch maar met een auto slash onderzeeër en een goud gespoten bommenpen doen.
Van Egdoms oordeel
Techniek: 2/5
Haalbaarheid: 1/5
Kosten: 2/5
Totaal: 2/5
Deze column van Rijco van Egdom staat ook in KIJK 6-7/2023.