Desi Bouterse: van moordenaar tot president

KIJK-redactie

14 september 2011 13:00

Desi Bouterse

Tussen alle grijze muizen van de wereldpolitiek lopen enkele opvallende figuren rond. We zien ze in het nieuws en verbazen ons over hun daden en uitspraken. Maar wie zijn deze mensen echt? Wat drijft hen? En hoeveel macht hebben ze eigenlijk? Deze keer: de Surinaamse president Desi Bouterse.

“Het is nu veel, veel beter! Iedereen krijgt hulp. Als je wat nodig hebt, kun je naar het volkscomité lopen. Of naar de militairen. Die mensen luisteren naar je en je wordt direct geholpen. Vroeger werd je niet geholpen. Je werd gewoon belazerd. En als je van de politiek was, werd je er rijk van. Maar als je niet van de politiek was, bleef je arm. Ook de mannen zijn veranderd. Sommigen waren zuiplappen en mishandelden hun vrouwen. Maar nu zijn ze bang, want die vrouwen zeggen: ik ga naar de militairen, hoor!”

Met deze woorden luchtte een Surinaamse moeder halverwege 1982 haar hart tegen een Nederlandse radioverslaggever. Achttien maanden eerder hadden zestien onderofficieren de macht in het Zuid-Amerikaanse land overgenomen. Aan het hoofd van de Nationale Militaire Raad stond de op 13 oktober 1945 ter wereld gekomen Désiré Delano Bouterse. Zijn geboorteplaats was Domburg, enkele kilometers ten zuiden van Paramaribo, maar na de scheiding van zijn ouders werd hij opgevoed door familieleden in de hoofdstad. Desi haalde zijn mulodiploma op een rooms-katholiek internaat en zat een paar jaar op de middelbare handelsschool. Wat leerkrachten en klasgenoten opviel, was dat hij bij sportwedstrijden en spelletjes absoluut niet tegen zijn verlies kon.

In 1968 volgde Desi zijn vriendin naar Nederland. Dat ging makkelijk; inwoners van de kolonie Suriname hadden immers de Nederlandse nationaliteit. Hij werkte een tijdje op de boekhoudafdeling van slotenfabriek Lips in Dordrecht, maar koos al gauw voor een carrière in het leger. Bouterse volgde de onderofficiersopleiding in Weert en was vanaf 1971 gelegerd op de Johannes Postkazerne in Drenthe. Later voltooide hij nog een opleiding tot militair sportinstructeur en werd hij overgeplaatst naar de West-Duitse NAVO-basis Seedorf. Tegen de Surinaamse journalist Jozef Slagveer vertelde Bouterse in 1980 dat het hem als Nederlands militair aan niks ontbrak. Hij had een dienstwoning, goede sociale voorzieningen, een mooie auto. “Ik wil hiermee alleen maar duidelijk maken dat ik geen financiële problemen had. Mijn besluit om naar Suriname terug te komen is zuiver idealistisch geweest.”

Dit is het eerste gedeelte van een artikel uit KIJK 11/2011 die in de winkel ligt van 23 september tot en met 20 oktober. De tekst werd geschreven door Leo Polak.

Meer informatie:

Beeld: Pieter Van Maele/CC BY 3.0