Waren dinosaurussen warm- of koudbloedig?

KIJK-redactie

22 november 2011 13:00

Brontosaurus

Waren dinosaurussen warm- of koudbloedig? Deze vraag houdt paleontologen al meer dan honderd jaar druk bezig.

Dinosauriërs horen bij de reptielen. De nu levende reptielen zijn koudbloedig, dus lag het voor de hand dat ook de dino’s – net als krokodillen en hagedissen – ’s morgens eerst een paar uur lekker in de zon moesten liggen bakken voordat ze aan de slag gingen. Maar niets is minder waar.

Allereerst weten we nu dat de vogels, die warmbloedig zijn, afstammen van de vleesetende dinosaurussen. Het reptiel-en-dus-koudbloedig-argument gaat daarom niet op. Warmbloedigheid zou zomaar al wat eerder in de evolutie kunnen zijn ontstaan.

Ook kennen we fossielen van vleesetende dino’s met een vachtje, met veren of met donspluisjes. Een prachtig bewijs voor warmbloedigheid, want als je als koudbloedig dier wilt opwarmen moet je juist géén isolatie hebben. Omgekeerd is een vacht juist ideaal als je als warmbloedig dier niet wilt afkoelen.

Wanneer je koudbloedig bent én groot, krijg je zelfs eerder problemen met oververhitting dan met niet op temperatuur komen. De allergrootste dino’s zullen ook als ze ‘koudbloedig’ waren sowieso een hoge lichaamstemperatuur hebben gehad, simpelweg omdat ze hun warmte niet kwijt konden.

Los van deze argumenten is het tegenwoordig mogelijk om de lichaamstemperatuur van dino’s daadwerkelijk te méten. Zeer nauwkeurige analyse van de hoeveelheid 18-zuurstof en 13-koolstof in fossiele dinosaurustanden laat zien dat deze dieren een behoorlijk hoge lichaamstemperatuur moeten hebben gehad. Kortom: dinosaurussen waren zeer waarschijnlijk warmbloedig.

Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijk.nl!

Tekst: Anne Schulp

Beeld: Charles R. Knight