‘Veel zeeslangen zijn gewapend met een zenuwgif’

KIJK-redactie

08 december 2011 13:00

Freek Vonk met slang

Ik ben gek op de oceaan, en op duiken. Vooral Nieuw-Caledonië heeft een speciaal plekje in mijn hart: witte stranden, helder, lichtblauw water, tijgerhaaien en andere prachtige vissen, en… zeeslangen!

En voor zeeslangen heb ik een zwak. Ze zijn geweldig aangepast aan het leven in de oceaan. Alle zeventig zeeslangensoorten hebben namelijk een peddelachtige staart als ‘buitenboordmotor’, een zoutuitscheidende klier onder hun tong, én ze kunnen een derde van hun benodigde zuurstof opnemen uit het water.

De meeste zijn daarnaast gewapend met een zwaar zenuwgif, dat vissen binnen luttele seconden verlamt. Ook voor mensen zijn ze niet ongevaarlijk – in tegenstelling tot wat veel duikers denken, zijn de giftanden van de meeste zeeslangen wél groot genoeg om makkelijk door een duikerspak heen te bijten. Gelukkig zijn de meeste zeeslangen helemaal niet aggresief. Ik haalde ze bij bosjes uit de oceaan voor mijn onderzoek, en de dieren bleven lekker rustig.

Maar niet alle zeeslangen zijn giftig. Er zijn twee soorten die hun gif zijn verloren, waarvan er één voorkomt in Nieuw-Caledonië: de Emydocephalus annulatus, oftewel de eieretende zeeslang. Deze soort eet geen vissen meer, maar visseneitjes. Hij schraapt ze met zijn harde bovenlip van het koraal af en slikt ze dan door. Zijn eigen kaviaar. Vanwege dit ‘luxe’ dieet is hij in de loop van enkele duizenden jaren zijn gif en giftanden verloren; ze waren niet meer nodig. Nu zitten er nog slechts bultjes op de plek waar ooit giftanden zaten, en zijn gifklieren zijn geslonken tot kleine, nietszeggende kliertjes.

Toen ik in de oceaan rond Nieuw-Caledonië mijn eerste eieretende zeeslang ving, zag ik nog iets frapants. Er groeiden namelijk allemaal algen op zijn lijf. Wat blijkt? Die algen veroorzaken wrijving onder water, waardoor de slangen tot 20 procent minder snel zijn. Dat kán betekenen dat je als zeeslang niet snel genoeg kunt wegkomen voor een hongerige tijgerhaai. Maar de algen produceren wél extra zuurstof die de zeeslang kan opnemen via zijn huid, waardoor hij weer langer onder water kan blijven op zoek naar voedsel. Ook in de natuur geldt: elk nadeel heb zijn voordeel.

Bioloog Freek Vonk staat met zijn column in elk nummer van KIJK!

Beeld: Studio 5982