Hoe ontstaan sneeuwkristallen?

kijkmagazine

15 december 2011 09:00

Sneeuwkristallen

Met een beetje geluk dwarrelen ze straks met kerst in groten getale naar beneden: sneeuwkristallen. Maar hoe ontstaan ze eigenlijk?

Het leven van een sneeuwkristal begint in een winterse wolk. Bij temperaturen onder nul begint de waterdamp daarin langzaam te bevriezen. De bevroren druppeltjes nemen weer waterdamp op uit hun omgeving en groeien uit tot een zeshoekig prisma van ijs: de basis voor alle mogelijke sneeuwkristallen.

De vorm van het kristal hangt af van de temperatuur en luchtvochtigheid in de wolk. Rond -2 graden groeit het prisma in de breedte tot een plaatvormig kristal. Wordt het echter kouder, zo’n -5 graden, dan schiet het prisma de hoogte in, in de vorm van een zeshoekig potlood. Van -10 graden tot -20 graden zijn we weer terug bij de brede kristallen, en bij nog lagere temperaturen ontstaan beide soorten.

Keurig symmetrisch

Bij een relatief lage luchtvochtigheid groeit het kristal langzaam en zonder al te veel tierelantijntjes. Maar bij een hoge luchtvochtigheid ontwikkelen de sneeuwkristallen zich veel sneller en in complexere vormen. Zo komen de plaatvormige kristallen aan hun vertakkingen. Als watermoleculen zich aan het prille sneeuwkristal hechten, is de kans dat ze aan de zes hoeken hechten namelijk het grootst. Het resultaat: de bekende zes armen.

Natuurlijk is dit proces niet statisch. Sneeuwkristallen worden tijdens hun ontwikkeling door de wolk heen geblazen, in steeds wisselende omstandigheden. Toch blijven ze keurig symmetrisch: de omstandigheden mogen dan wisselen, de zes armen van het kristal worden op precies dezelfde momenten beïnvloed door precies dezelfde factoren. Tegelijkertijd zijn ze allemaal uniek, doordat geen enkel kristal op elk moment precies hetzelfde meemaakt.

Voorbeelden van allerlei soorten sneeuwkristallen zijn te bewonderen in het artikel ‘Sneeuwkristallen’ uit KIJK 1/2012. Dit nummer ligt in de winkel van 16 december 2011 tot en met 12 januari 2012.

Meer informatie: