‘QWERTY-effect’ beïnvloedt interpretatie van woorden

KIJK-redactie

12 maart 2012 09:00

Het QWERTY-effect

De lay-out van het doorsnee toetsenbord heeft invloed op hoe we woorden interpreteren. Woorden die links worden getypt, beoordelen we als minder positief dan woorden die rechts worden getypt.

‘Ook’, ‘ik’, ‘mijn’, ‘minimum’… Zomaar wat willekeurig gekozen woorden die van de rechterhelft van je toetsenbord afkomstig zijn. Maar ze hebben nog iets anders gemeen: we vinden deze woorden positiever dan hun broertjes van de andere kant. Cognitiewetenschappers van University College in Londen hebben ontdekt dat woorden met meer letters van de linkerhelft van je toetsenbord als ‘negatiever’ worden gezien dan woorden met veel letters van de rechterkant.

De onderzoekers denken dat dit ‘QWERTY-effect’ komt doordat het gewoonweg makkelijker is om aan de rechterkant toetsencombinaties te maken dan aan de linkerkant. “Als het makkelijk te typen is, neigt het woord naar een positieve betekenis. Als het moeilijk te typen is, is dat andersom”, zegt verantwoordelijk onderzoeker Kyle Jasmin tegenover Wired.

‘Klein maar significant’

De onderzoekers bouwen voort op eerder onderzoek naar het fenomeen ‘vloeiendheid’: de moeilijkheidsgraad waarmee een object wordt geassocieerd, beïnvloedt hoe positief (of negatief) we dat object zien. Hetzelfde gaat op voor namen; een persoon met een naam die makkelijk uit te spreken is, wordt eerder aardig gevonden.

Voor het QWERTY-effect lijkt het – in tegenstelling tot het maken van beslissingen – niet uit te maken of je links- of rechtshandig bent, en ook de gebruikte taal lijkt geen verschil uit te maken. De onderzoekers analyseerden voor de Engelse, Spaanse en Nederlandse taal elk duizend woorden en lieten respondenten deze woorden waarderen. Het ‘QWERTY-effect’ was klein maar significant, aldus de onderzoekers.

Bronnen: Psychonomic Bulletin and Review, Wired

Update (20 maart 2012): Het artikel van Kyle Jasmin en Daniel Casasanto heeft flink wat ophef veroorzaakt in taalwetenschapsland. De onenigheid gaat eigenlijk over twee dingen: de significantie van de resultaten (die volgens de auteurs al klein was, maar nog verder in twijfel wordt getrokken) en de manier van communiceren tussen de criticasters en de oorspronkelijke auteurs. Voor wie een wetenschappelijke ruzie met tussen de regels door wat pittige persoonlijke aanvallen niet schuwt, vallen bovenstaande links zeker aan te raden.