Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Op 8 oktober 1958 werd in Zweden voor het eerst een pacemaker bij iemand ingebracht.
De pacemaker is het resultaat van jarenlange ontwikkelingen in de medische technologie. In 1899 publiceerde de Schotse arts J.A. McWilliam het eerste onderzoek over het toedienen van elektrische pulsen om een hart te laten kloppen. Na vele experimenten ontwikkelde de Australische arts Mark Lidwill in 1926 een groot en onhandig instrument dat in staat was een hartritme te corrigeren. Deze gaf de elektrische pulsen af via een grote naald, die direct in het aangetaste deel van het hart gestoken moest worden.
Meer Vandaag in…
- 5 oktober 1962: de eerste James Bond-film wordt uitgebracht
- 6 oktober 1981: het vliegtuigongeval Moerdijk
- 7 oktober 1885: beroemde natuurkundige Niels Bohr geboren
Primeur
In 1958 bleek de pacemaker dan eindelijk compact en betrouwbaar genoeg om volledig geïmplanteerd te kunnen worden, zonder externe draden of vervelende naalden. Het apparaat was ontwikkeld door de Zweedse ingenieur Rune Elmqvist en ingebracht door chirurg Åke Senning. De ontvanger was Arne Larsson, destijds 43 jaar oud. Vanwege zijn hartritmestoornis moest hij tot wel dertig keer per dag worden gereanimeerd door zijn vrouw om zijn hart weer op de rit te krijgen. Na een succesvolle operatie was dit voor het koppel verleden tijd.
Pacemakers gaan tegenwoordig zo’n zes tot twaalf jaar mee, afhankelijk van hoe vaak ze pulsen moeten afgeven. Larsson versleet er maar liefst 26, tot zijn dood op 86-jarige leeftijd. Van het apparaatje wordt tegenwoordig nog steeds dankbaar gebruik gemaakt. Jaarlijks worden er ongeveer 600.000 exemplaren geïmplanteerd bij mensen met hartritmestoornissen.
Bronnen: Historianet, Hart & Vaatcijfers, Online Museum and Archive Sydney