Nieuwe blik op Paaseiland

KIJK-redactie

17 augustus 2012 13:00

Enorme beelden zijn er de stille getuigen van succes én verval. Lange tijd gold Paaseiland als schoolvoorbeeld van ecologisch mismanagement door bewoners. Maar nieuwe inzichten geven een ander beeld van de ‘ondergang’ van het wereldberoemde stipje in de Stille Oceaan. 

Een eilandje ter grootte van Texel met een grootse beeldencultuur op 3000 kilometer van de bewoonde wereld, middenin de oneindige Stille Oceaan. Paaseiland, Rapa Nui in de taal van de bewoners, is wereldberoemd en veelbesproken. En niet alleen in positieve zin. Al decennialang dient het UNESCO-eilandje als illuster voorbeeld van een samenleving die haar eigen graf heeft gegraven. Waar ging het mis?

Wanneer het eerste groepje kolonisten rond het jaar 1000 op het eiland neerstrijkt, treffen zij een vruchtbaar eiland gezegend met een vulkanische bodem. De bevolking neemt explosief toe en iedereen profiteert van de rijkdom. Ze bouwen enorme beelden – waarschijnlijk – om de goden te eren.

De Zeeuwse ontdekkingsreiziger Jacob Roggeveen noteert in 1722 iets heel anders. Hij is op de vroege paasochtend de eerste Europeaan die er voet aan wal zet en doopt het om tot Paaseiland. Met stijgende verbazing aanschouwt hij een kaal eiland met ongewapende inboorlingen die vreedzaam samenleven en in gammele, lekke bootjes vis proberen te vangen op de oceaan. Ook de Spaanse, Britse en Franse ontdekkingsreizigers die er na hem komen, zijn op z’n zachtst gezegd niet bepaald onder de indruk. De teloorgang van zo’n rijke, geïsoleerde cultuur zou alleen aan de bewoners zelf te wijten kunnen zijn.

Dit is het begin van een artikel uit KIJK 10/2012, in de winkel van 24 augustus tot en met 20 september.

Beeld: Bjarte Sorensen/CC BY-SA 3.0