Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Een schimmel waarvan werd gedacht dat hij geen licht produceert, blijkt dat nu toch wel te kunnen, ontdekken Zwitserse kunstenaars.
De Zwitserse kunstenaars Heidy Baggenstos en Andreas Rudolf werken al meer dan tien jaar met lichtgevende schimmels. Het duo was dan ook erg enthousiast toen ze groen licht zagen tijdens een avondwandeling door een bos in Zurich. En inderdaad, het bleek een schimmel. Ze namen een paar monsters ervan mee naar hun studio.
Lees ook:
Niet-lichtgever geeft licht
Het uitstralen van licht door organismen heet bioluminescentie, en schimmels hebben hun eigen specifieke mechanisme ontwikkeld. De belangrijkste stap is de omzetting van de stof luciferine door het enzym luciferase in een instabiel product, dat energie vrijgeeft in de vorm van licht wanneer het vervalt. In tegenstelling tot fluorescentie heeft dit proces geen externe lichtbron nodig.
De kunstenaars dachten oorspronkelijk dat ze Mycena haematopus hadden gevonden, een bekende lichtgevende soort. Maar toen ze beter keken, herkenden ze de schimmel als de prachtmycena (Mycean crocata), bekend om de saffraankleurige, melkachtige substantie die hij produceert. Opmerkelijk genoeg beschouwden wetenschappers deze soort tot nu toe als niet-lichtgevend.
Weinig onderzocht
Het tweetal nam daarom contact op met Renate Heinzelmann, een schimmelexpert bij het Zwitserse onderzoeksinstituut WSL. Samen beschreven ze de ontdekking in vakblad Mycoscience. “De meeste experimenten zijn gedaan door de kunstenaars. Zij verzamelden de monsters, namen foto’s en deden lichtmetingen”, geeft Heinzelmann toe.
De lichtmetingen lieten zien dat de bovengrondse paddenstoel geen licht geeft, maar het netwerk van ondergrondse schimmeldraden wel. Als gevolg kan rottend hout waarin prachtmycena groeit ook groen oplichten wanneer het openbarst.
Genetische experimenten gedaan door Heinzelmann bevestigden dat het inderdaad om de prachtmycena gaat en dat de schimmel dezelfde bioluminescentie-genen heeft als zijn lichtgevende soortgenoten. “Er zullen voortdurend meer bioluminescente soorten worden ontdekt”, voorspelt Heinzelmann. “Bioluminescentie is nog weinig onderzocht, en hoe meer mensen zoeken, hoe meer ze zullen vinden.”
Waarom lichtgeven?
Mensen zijn al gefascineerd door lichtgevende schimmels sinds Aristoteles ze ruim tweeduizend jaar geleden ontdekte. De filosoof omschreef ze als “koud vuur” dat afkomstig was van rottend hout. Hoewel wetenschappers het biologische mechanisme inmiddels begrijpen, weten ze nog steeds niet waarom sommige schimmelsoorten lichtgeven.
Mogelijk trekken gloeiende paddenstoelen meer insecten aan die vervolgens sporen verspreiden. Maar die theorie verklaart niet waarom soms ook de verborgen schimmeldraden licht geven. “Het lijkt erop dat de bioluminescentie al heel lang in stand wordt gehouden, dus we gaan ervan uit dat het een bepaalde functie heeft,” zegt Heinzelmann, ”maar het blijft een mysterie.”
Bronnen: Mycoscience, Phys.org