Hoe word je gezond en gelukkig oud? Beweging en goede voeding brengen je een heel eind, maar kijk ook eens naar de mensen om je heen. De kracht van een goede vriendschap is niet te onderschatten, volgens psycholoog Marie-Anne Vanderhasselt.
Misschien wel de langstlopende studie naar gezondheid en welzijn startte in de jaren dertig van de vorige eeuw aan de Amerikaanse Harvard-universiteit. De onderzoekers volgden honderden mannen hun leven lang. Toen de studiedeelnemers tachtig waren, pakten de onderzoekers de data erbij van toen ze vijftigers waren. Wat bleek, terugkijkend, de belangrijkste voorspeller voor een goede oude dag? “Dat was niet cholesterol of bloeddruk, maar hoe tevreden ze op hun vijftigste waren over hun relaties”, vertelt klinisch psycholoog Marie-Anne Vanderhasselt van de Universiteit Gent. En dat ging niet alleen om familierelaties, maar om het hele sociale netwerk.
Vriendschap is dus enorm belangrijk voor ons welzijn. Dat is een inzicht waar Vanderhasselt niet altijd zo bewust mee bezig was als tegenwoordig. Als stressonderzoeker kijkt ze hoe lichaam en geest samenwerken bij stress en hoe je dat kunt beïnvloeden. Dat begon met studies naar therapieën en hersenstimulatie, maar gaandeweg zag ze dat mensen ook veel zelf vanuit hun lichaam kunnen doen. “Door ademhalingsoefeningen of lichamelijke inspanning geef je via de nervus vagus, een belangrijke zenuwbaan, een signaal naar de hersenen om te stoppen met piekeren. Mensen ervaren door die oefeningen niet minder stress, maar komen wel sneller tot rust.” Want pas als het niet goed meer lukt om te ontspannen na momenten van stress, leidt stress tot allerlei lichamelijke en geestelijke ellende.
Lees ook:
Eenzame lockdownperiode
Toen kwam de coronapandemie, wat de ogen van haar en haar collega’s opende voor de kracht van vriendschap. “Omdat we toen in de praktijk merkten dat we anderen echt missen als we hen niet meer kunnen zien. En dat een alternatief als videobellen toch niet hetzelfde is. Binnen ons onderzoeksteam is in die periode wel een beetje dat zaadje geplant.” Het zaadje groeide uit tot een plantje door bewijs dat ze in de literatuur vond – zoals het Harvard-project, maar ook het feit dat angst- en depressieklachten na die eenzame lockdownperiode leken te zijn toegenomen.
Tot dan toe hadden Vanderhasselt en haar collega’s alleen gekeken naar het individu en hoe individuen omgaan met stress. “Maar mensen om ons heen geven ons de meeste stress. Als iemand je een kritische blik geeft of als je ergens niet aan mag meedoen, geeft dat geen fijn gevoel. Andersom is evenzeer waar: andere mensen kunnen een sterke buffer zijn tegen stress. Als je iemand om je heen hebt in wie je vertrouwen hebt en die je het gevoel geeft dat je jezelf mag zijn, kan dat stress helpen verminderen. Vrienden kunnen je het gevoel geven dat je de wereld en de uitdagingen die erbij horen beter aankan.”
Dit is het begin van het interview met Marie-Anne Vanderhasselt in KIJK 1-2025. Bestel deze editie in onze webshop, of eenvoudig via de knop hieronder.
Tekst: Anouk Broersma
Beeld: Allard Faas