Hoe wordt de positie van een GPS-satelliet bepaald?

André Kesseler

11 januari 2013 13:00

GPS

“Dankzij het GPS-systeem kunnen we onze exacte locatie op de wereld bepalen”, stelt KIJK-lezer Kevin Prins. “Aangezien alles op aarde beweegt vanwege tektonische verschuivingen, is dat vast moeilijk…”

Voor het Global Positioning System (GPS) worden de posities van de satellieten bepaald door middel van satellietenbanen. De zogenoemde baanelementen worden met het GPS-signaal naar de aarde gestuurd en op basis daarvan kan het navigatiesysteem de posities van de GPS-satellieten vaststellen en berekenen waar je precies uithangt.

Peter Buist, senior research & development engineer van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) legt uit: “Het voordeel van satellietbanen is dat deze goed voorspelbaar zijn; je kunt aan de hand van de baan bepalen waar de satelliet over bijvoorbeeld een paar minuten zal zijn. Het vaststellen daarvan gebeurt met behulp van verschillende grondstations waarvan de positie precies bekend is. Dit noemen we een inverse problem: hetzelfde GPS-signaal waarmee wij onze plaats op aarde bepalen, wordt ook door het systeem gebruikt om de GPS-satellietbaan vast te stellen.”

Daarbij spelen tektonische verschuivingen geen rol. De satellietposities die via het GPS-signaal verspreid worden, zijn tot op ongeveer 1 meter nauwkeurig en de effecten van bijvoorbeeld tektonische verschuivingen zijn dan verwaarloosbaar klein. Voor wetenschappelijke onderzoeken die een grote nauwkeurigheid vereisen, worden dit soort effecten wel meegenomen.

Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl!

Beeld: NASA