‘De mens als computer: daar gaan we heen’

VB

06 april 2013 16:00

Vivianne 2011

Op een feestje spreekt een oude bekende me aan. Voor ik het weet, vertelt hij mij zijn hele, niet al te boeiende levensgeschiedenis.

Maar gelukkig plopt daar in mijn rechterooghoek mijn Facebook-timeline op. Terwijl ik schaapachtig naar mijn gesprekspartner glimlach, scroll ik ongemerkt door de posts van mijn vrienden. De man is zo vol van zichzelf dat hij het niet eens door heeft als ik zeg: ‘Glass, maak een video’. Ik film de man die inmiddels is aanbeland bij zijn stukgelopen huwelijk, tag hem met zijn eigen Facebook-naam en post het op mijn Facebook-timeline.

Je moet er niet aan denken dat jij die man bent. Ervan uitgaan dat je een privégesprek voert, en zonder dat jij het in de gaten hebt, belandt de hele conversatie op internet. Het is een van de nare kantjes van Google Glass; de slimme bril die jouw offline wereld online maakt.

Terwijl het huidige nummer van KIJK werd gemaakt, was ik op South by South West, het befaamde muziek-, film- en technologiefestival in Texas. En daar kwam het bovenstaande gedachte-experiment ter sprake.

Stiekem baalde ik er flink van. Ik wil helemaal geen nadelen horen van deze geweldige technologie. Ik kan namelijk niet wachten op mijn eigen Google Glass. Maar ik geef toe: deze techniek van de nabije toekomst dwingt ons wel nieuwe offline etiquetteafspraken te maken.

Van offline naar online is sowieso een niet te stuiten trend. Onder de noemer ‘het internet der dingen’ worden offline producten steeds slimmer. Denk aan een pillendoosje dat is verrijkt met sensors, ‘voelt’ wanneer je pillen op raken, een seintje geeft aan de cloud waar jouw medicijngegevens samenkomen en een berichtje stuurt naar je telefoon om te waarschuwen dat je nodig naar de apotheek moet. Google Now, jouw persoonlijke Google-dienst, kopt ’m vervolgens in, door je een push-berichtje te sturen zodra je in de buurt bent van een apotheek: “Denk je aan je pillen?”

Maar niet alleen dingen zijn straks connected. Ook jijzelf. Jouw lichaam bestaat uit triljoenen cellen die allemaal data creëren die nu simpelweg ‘verloren’ gaan in je lijf. Als we al die data nou eens konden uploaden naar een cloud, lag de wereld echt aan onze voeten. De mens als computer: dát is waar we heen gaan. En ik word daar vrolijk van.

Deze column vind je ook terug in KIJK 5/2013. Bestel dit nummer hier!

Beeld: Studio 5982