Hoe kwam Zwitserland in WOII aan brandstof?

KIJK-redactie

09 juni 2013 13:00

Zwitserse vlag

Piet Krijgsman, die als trucker vaak in Zwitserland is geweest, vraagt zich af hoe dat land tijdens de oorlog aan brandstof kwam.

Een terechte vraag, want Zwitserland bevond zich tijdens WOII in een bijzondere positie. Officieel was het land neutraal, maar economisch gezien zat het met handen en voeten aan Duitsland vast. Van oudsher dreven Zwitsers en Duitsers al veel handel met elkaar, en nu was Zwitserland ook nog eens aan alle kanten omringd door gebied dat door Hitler en diens Italiaanse collega Mussolini werd gecontroleerd. Zwitserland leverde het Derde Rijk onder meer aluminium, machines, afweergeschut en, vanzelfsprekend, horloges. Uit Duitsland importeerde het ijzer, steenkool en vloeibare brandstof.

Nu draaide Duitsland zelf tijdens de oorlog bij wijze van spreken op een tank die altijd halfleeg was. Het had uiteraard geen toegang tot de echt interessante oliegebieden in Azië en Amerika, en moest zich hoofdzakelijk behelpen met de olievelden van bondgenoot Roemenië en de eigen fabrieken die bruinkool in benzine, vliegtuigbrandstof en dieselolie omzetten.

Brandstof werd in Zwitserland dan ook gerantsoeneerd, net zoals een heleboel andere zaken die ‘op de bon’ waren. Of simpelweg onverkrijgbaar. Het clichébeeld van Zwitserland als een eilandje van rust en welvaart in een door oorlog geteisterd Europa klopt dan ook niet echt. Hoewel sommige Zwitsers (denk aan bankiers en wapenfabrikanten) goed aan de Tweede Wereldoorlog hebben verdiend, was het voor de meeste mensen een kwestie van doorbijten.

Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl!

Tekst: Leo Polak