Nelson Mandela, symbool voor het vredig samenleven van blank en zwart in Zuid-Afrika, is gisteren overleden. Wat gebeurt er nu? Nemen de zwarten alsnog wraak voor decennialange onderdrukking, zoals sommige blanken vrezen? Of valt het allemaal wel mee?
Onderstaand artikel verscheen in 2011 in KIJK. Vanwege het overlijden van Nelson Mandela hebben we besloten het integraal online te plaatsen.
Toen Nelson Mandela eind januari 2011 in het ziekenhuis werd opgenomen, hield de wereld zijn adem in. Pers, politiek en publiek waren bang dat hij zou sterven. “Wat Zuid-Afrikanen voelen voor Mandela gaat verder dan respect”, schreef de Zuid-Afrikaanse krant Mail & Guardian. “Zelfs liefde is waarschijnlijk niet sterk genoeg uitgedrukt. Zijn aanwezigheid is onderdeel van de structuur van onze nationale identiteit. We vrezen dat we niet helemaal onszelf zullen zijn zonder hem.”
Mandela, antiapartheids-icoon en vredessymbool, bleek getroffen door een luchtweginfectie. Hij overleefde het toen, maar de vraag hing in de lucht: wat gebeurt er als Mandela écht overlijdt?
“Er doen twee scenario’s de ronde”, zegt geschiedkundige Ineke van Kessel, als Zuid-Afrikakenner verbonden aan het Afrika-Studiecentrum in Leiden. “Het eerste is het nachtmerriescenario: als Mandela sterft, is het hek van de dam en zullen zwarte Zuid-Afrikanen eindelijk hun kans grijpen om de vele openstaande rekeningen te vereffenen.”
Maar de tweede optie lijkt haar waarschijnlijker: “De dood van de vader des vaderlands zal alle Zuid-Afrikanen eensgezind laten rouwen. Een week of twee heerst er een gevoel van eenheid, daarna gaat men weer over tot de orde van de dag.”
Vredessymbool
Mandela was hét gezicht van het African National Congress (ANC), de politieke partij die sinds 1912 strijdt voor rassengelijkheid. In de jaren zestig verbood het blanke apartheidsregime de club en werd Mandela levenslang de gevangenis in geknikkerd. Maar in 1990 kwam hij vrij en werd het ANC gelegaliseerd.
Bijna twee jaar later startte de groepering de onderhandelingen met de machthebbers. Resultaat: begin 1994 werden in Zuid-Afrika de eerste democratische verkiezingen gehouden. Mandela werd president. Ondanks zijn lange verblijf in de gevangenis leek Mandela geen wrok te koesteren. Hij ging vreedzaam de onderhandelingen aan om zijn land te democratiseren.
Zo werd hij een symbool van vrede en overleg. Doemdenkers denken dat Mandela’s dood ook zijn symboliek zal laten verdwijnen, met gewelddadige opstanden tot gevolg. Ondanks de omwenteling in de jaren negentig wordt Zuid-Afrika namelijk nog steeds geteisterd door armoede, corruptie, werkloosheid en rassenproblematiek.
Gediscrimineerde blanken
Dat laatste, de rassenongelijkheid, is volgens velen nog steeds Zuid-Afrika’s grootste probleem. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het recente boek Het masker van Afrika van V.S. Naipaul, die in 2001 de Nobelprijs voor de Literatuur won. “Toen ik aan dit boek begon, wilde ik de politiek en het rassenvraagstuk laten liggen en daaronder naar de kern van het Afrikaanse geloof kijken”, schrijft hij. Maar al snel bleek “dat ras daar alles in allen was, dat de rassenkwestie daar even diep ging als godsdienst elders.”
Naipauls boek gaat over geloof, maar het Zuid-Afrikahoofdstuk over rassenproblemen. Die problemen zien er soms heel anders uit dan je misschien verwacht. Afgelopen december kreeg Nederland bezoek van Frederik Willem de Klerk, Zuid-Afrika’s laatste blanke president. Ooit won hij samen met Mandela de Nobelprijs voor de Vrede, voor het beëindigen van de apartheid. “Er is sprake van een onaanvaardbare rassendiscriminatie in Zuid-Afrika”, zei hij tijdens het bezoek. Maar niet de zwarten zijn de klos, juist de blanken. Antiracismemaatregelen zijn doorgeslagen, vindt De Klerk, en Zuid-Afrika discrimineert blanken.
De Klerk is niet de enige die zo denkt. De Zuid-Afrikaanse Jonathan Mason verhuisde in 2000 naar Groot-Brittannië, maar remigreerde in 2008 (onder meer omdat hij in zijn vaderland het WK voetbal wilde bijwonen). Bij de verkiezingen van 1994 was hij 21 en mocht hij voor het eerst in zijn leven stemmen. “Het was geweldig om te weten dat we deel uitmaakten van de geschiedenis”, zegt hij daarover. Maar de nasleep stelde teleur. Gevraagd naar zijn ervaringen bij thuiskomst in 2008, is het eerste wat hij zegt: “Do you know about BEE?”
Project zonder eind
De afkorting BEE staat voor Black Economic Empowerment. Dit overheidsprogramma wil middels positieve discriminatie de jarenlange economische overheersing van de blanke minderheid rechttrekken. Groepen die ooit werden achtergesteld, krijgen daarom een voorkeursbehandeling. Grote bedrijven moeten een kwart van hun aandelen aan zwarte aandeelhouders verkopen, raden van bestuur en managementlagen moeten deels worden gevuld door zwarte burgers, en bij sommige vacatures krijgen zwarte kandidaten voorrang.
Veel blanken, onder wie Mason, vinden dit discriminerend. “BEE klinkt geweldig,” zegt hij, “maar discrimineert op ras. In kapitalistische maatschappijen zullen er altijd armen zijn, maar hoe maak je onderscheid tussen armen en ooit-achtergestelden? Er zijn nog steeds zwarte mensen die in lemen hutten leven, maar er zijn ook zwarte mensen met salarissen die mijn stoutste dromen overtreffen. Er is een nieuwe zwarte elite ontstaan. Zuid-Afrika lijkt bijna op George Orwells Animal farm: vijftien jaar na de eerste eerlijke en vrije verkiezingen zijn sommige mensen nog steeds gelijker dan anderen.”
Door BEE komen blanken moeilijker aan de bak, zegt Mason. Ze richten vaak zelf een bedrijfje op, omdat de BEE-eisen niet gelden voor kleine ondernemingen. Maar zodra de jaarlijkse omzet boven een half miljoen euro komt, zijn de BEE-normen van kracht. Vaak worden dan zwarten ingehuurd, omdat het moet. “Een pas afgestudeerde blanke is momenteel in het nadeel in vergelijking met een pas afgestudeerde zwarte persoon. Want als ze beiden besluiten ondernemer te worden, voldoet de zwarte student al meteen aan de BEE-eisen”, stelt Mason.
Van Kessel is milder. “Black Economic Empowerment is natuurlijk in het nadeel van blanken”, zegt ze. “Voorkeursmaatregelen zijn altijd in het nadeel van degenen die er niet onder vallen.”
Toch ziet ook zij de andere kant. BEE was een goed initiatief om de historische ongelijkheid recht te trekken en achterstanden te minimaliseren. Maar het probleem is dat het programma geen einddoelen kent. Toen BEE van start ging, werden geen resultaten vastgesteld die, als ze behaald werden, zouden bewijzen dat het beleid effectief was. Daardoor werd BEE een project zonder eind. Dat is precies Masons probleem: “Hoelang kan een overheid de overheden van vóór 1994 de schuld blijven geven?”
Operatie Ruim-de-blanken-op
Maar we moeten niet overdrijven. Sommige zwarte Zuid-Afrikanen hebben BEE-voordeel gehad, maar de blanke bevolking is nog steeds vele malen rijker. De al aangehaalde V.S. Naipaul beschrijft een ontmoeting met Winnie Mandela, de ex-vrouw van Nelson. “Ik voel me bekocht”, zegt zij. “Het bevorderen van de zwarte economische onafhankelijkheid is een lachertje. Dat was een blanke maatregel om de boel te beduvelen, die was verzonnen door plaatselijke blanke kapitalisten. Ze namen inschikkelijke zwarten en benoemden hen tot partners. Maar de mensen die de strijd hadden gevoerd en hun bloed hadden gegeven, kregen niets. Ze wonen nog altijd in krotten: geen elektriciteit, geen sanitair en geen kans op onderwijs.”
Winnie Mandela is misschien wat extreem, maar de door haar geschetste situatie is wel de reden dat het nachtmerriescenario zo populair blijft. De gedachte is dat de zwarte bevolking er strontgenoeg van heeft en een opstand voorbereidt. Er circuleren veel complottheorieën, met namen als Operation Uhuru, Operation White Clean-up en Operation Iron Eagle. Details verschillen, maar de kern blijft gelijk: zwarte Zuid-Afrikanen beramen een white massacre. Gezamenlijk zullen ze de wapens oppakken om alle blanke Zuid-Afrikanen af te slachten. Ze wachten slechts op het signaal: de dood van Mandela.
Zowel Van Kessel als Mason veegt die geruchten van tafel. “Dat is echt een verhaal van de blanke borreltafel”, zegt de eerste. “Er is in Zuid-Afrika veel onderhuids ongenoegen, dat als een veenbrand blijft smeulen. Maar dat zal niet in één klap escaleren. Bovendien: verhalen over de grote kladaradatsch deden ook de ronde toen Mandela in 1999 afstand nam van het presidentschap. Zowel het loslaten van de apartheid als het opgeven van Mandela’s presidentschap is vrij ordelijk en met relatief weinig afrekeningen verlopen. Er is geen reden waarom het nu anders zou gaan. En het zou bovendien in strijd zijn met de nagedachtenis van Mandela.”
Geen teddybeer
Die nagedachtenis is een belangrijk punt. Het beeld dat westerlingen van Mandela hebben, is namelijk anders dan het beeld dat Zuid-Afrikanen van hem hebben. Van Kessel: “In het Westen heeft Mandela een teddybeerimago gekregen; hij is een soort knuffel-opa. We vergeten daarmee dat hij direct na zijn vrijlating al aangaf dat het gewapend verzet moest worden voortgezet, of dat hij tot drie jaar geleden in Amerika op de lijst van terrorismeverdachten stond. In Zuid-Afrika is dat aspect veel minder weggepoetst dan hier. Zuid-Afrikanen vinden niet dat Mandela zich moet schamen voor zijn pleidooien voor gewapend verzet. Die zijn juist iets om trots op te zijn.”
Sterker nog, Mandela wordt soms zelfs bekritiseerd vanwege zijn pacifisme. “U mag niet vergeten dat de Mandela die naar binnen ging (de gevangenis in – red.) een revolutionair was en dat de Mandela die naar buiten kwam, vrede en compromis predikte”, zegt Winnie Mandela tegen Naipaul. “Je kunt een slap aftreksel van iemand maken door hem te vercommercialiseren en dat hebben ze gedaan.” Winnie en vele anderen voelden zich kortom verraden door Mandela’s vredelievende aanpak.
Tijdelijke eensgezindheid
Door de westerse waardering voor Mandela dichten we hem snel een te grote rol toe. Hij heeft zich jaren geleden teruggetrokken uit het publieke leven, geeft geen politiek commentaar meer en laat zich nog maar zelden zien. Sinds zijn aftreden in 1999 is er bovendien veel veranderd: het ANC werd steeds militanter, zijn opvolger Thabo Mbeki ontkende het verband tussen hiv en aids en diens opvolger Jacob Zuma heeft talloze corruptieschandalen aan zijn broek hangen. Van Kessel: “Al dit soort ontwikkelingen vonden plaats, los van de persoonlijke toestand van Mandela.”
Of neem het wereldkampioenschap voetbal, een van de redenen waarom Mason terugverhuisde naar Zuid-Afrika. “Tijdens het WK heerste er in het hele land een fantastische sfeer,” zegt hij. “Het ging erom dat alle Zuid-Afrikanen zich verenigden als één en dat ze straalden voor de hele wereld. Nelson Mandela was bij geen van de wedstrijden aanwezig, maar toch was het een wereldwijd succes.”
Ook Van Kessel noemt het sportfestijn, maar dan ter ondersteuning van haar ‘orde-van-de-dag-theorie’: “Tijdens het WK was Zuid-Afrika eventjes een eenheid, maar dat ging ook zo weer voorbij. Men gaat snel weer over tot het dagelijks leven.”
Dat is een normale gang van zaken, zegt Van Kessel. Ze vergelijkt het met ons eigen land: “In Nederland waren we na de Tweede Wereldoorlog hartstikke gelukkig dat we waren bevrijd. Maar als je in de jaren zestig vroeg hoe het met mensen ging, zeiden ze niet meer: ‘Hoera, we zijn bevrijd!’ Ook na ingrijpende gebeurtenissen keert de aandacht van mensen snel terug naar concrete zaken: is er werk, heb ik water en elektriciteit, wat doen we tegen de misdaad, wat doen we tegen aids?” De dood van Mandela zal volgens haar eenzelfde, korte reactie hebben.
Dat klinkt misschien als een domper, maar volgens Van Kessel moet je dat absoluut niet zo zien. “Na Mandela’s dood zal het land tijdelijk eensgezind zijn; men zal rouwen en dankbaar zijn. Maar dat gaat ook weer over. Nee, dat is niet teleurstellend. Het zou juist teleurstellend zijn als alles aan één enkele man zou vasthangen! Mandela heeft een cruciale rol gespeeld. Maar het voorbestaan van Zuid-Afrika hangt niet af van zíjn voortbestaan. De dood van Mandela zal niets veranderen, maar dat betekent niet dat zijn leven niets heeft veranderd.”
Dit artikel verscheen eerder in KIJK 4/2011.
Tekst: Rik Peters
Beeld: EPA/ANP