Wat als… de kerncentrale bij Borssele ontploft?

KIJK-redactie

20 juni 2013 13:00

Kernramp Borssele

We vinden de wereld waarin we leven volstrekt vanzelfsprekend. Maar vul één feit ander in, en hij ziet er plots volkomen anders uit. In deze serie kleuren we elke aflevering zo’n ‘wat als…’-scenario in. Ditmaal: wat zijn de gevolgen als de kerncentrale bij Borssele ontploft?

Brandweercommandant Rombouts is doodmoe. Dat hij dit nog moest meemaken. Superstorm Eefje bereikte gisterochtend de Nederlandse kust en heeft voor een onvoorstelbare ravage gezorgd. Ook de dijk bij Borssele, de plaats waar Nederlands enige kerncentrale staat – of liever gezegd stond – is vernield. De overstroming van meer dan tien meter zette alle back-upsystemen die de kerncentrale van stroom moesten voorzien onder water. Toen de reactor zichzelf volgens het ingebouwde veiligheidsmechanisme had uitgeschakeld, kon hij niet meer worden gekoeld. Enkele uren na het uitvallen van de noodgeneratoren smolt de reactorkern. Tot overmaat van ramp veroorzaakte een enorme stoomexplosie een scheur in het betonnen insluitingsgebouw rondom de reactor. De harde noordwestenwind blies de radioactieve stoffen rechtstreeks naar Terneuzen, Zeelands grootste gemeente. Het was te hopen dat de mensen jodiumpillen in huis hadden gehaald. Veel tijd om zich daar zorgen over te maken had Rombouts het afgelopen etmaal niet. Het gat moest worden gedicht, Terneuzen moest worden geëvacueerd en de media moesten up-to-date worden gehouden. Op Zeeuwse mosselen hoeft voorlopig niemand meer te rekenen.

Een nucleaire ramp met de kerncentrale in het Zeeuwse Borssele, het zou zomaar kunnen. Hoewel voorstanders van kernenergie wijzen op de minieme kans op ongelukken, heeft er toch in bijna elk decennium sinds de jaren zeventig een ernstig kernongeval plaatsgevonden, met Fukushima als recentste voorbeeld.

Hoe kan het misgaan? Borssele is een zogenoemde drukwaterreactor, waarbij water als koelmiddel wordt gebruikt die langs de splijtstof wordt geleid. Zonder koeling zouden de splijtingsproducten zo veel hitte genereren dat de radioactieve uraniumkern smelt en er radioactieve stoffen in de lucht vrijkomen. Zo’n kernsmelting of meltdown is wat bij de kernrampen van Fukushima en Harrisburg is gebeurd.

Dus als in Borssele de hoofdstroom uitvalt en tegelijkertijd alle backup-systemen niet meer functioneren, zijn de ingrediënten voor een meltdown aanwezig. Die kans is weliswaar klein – volgens de laatste ‘stresstest’ in Borssele eens per 500.000 jaar – maar niet nul. Een grote overstroming met een vloedgolf van boven de negen meter of een zware aardbeving in Limburg kan de aanleiding zijn.

Misleidende statistiek

Bij een kernsmelting worden de radioactieve stoffen in eerste instantie tegengehouden door de containment – een stalen bol om het reactorvat heen – en een betonnen ‘insluitingsgebouw’ dat als extra veiligheidsmaatregel om de containment heen staat. Er is echter een kleine kans dat de kern door de containment heen smelt en op de bodem van de betonnen reactorkamer terechtkomt. Als de gloeiend hete kern van 2000 graden Celsius daar met water reageert, ontstaat een stoomexplosie die een scheur in de beschermende wanden kan veroorzaken, waardoor radioactieve stoffen kunnen ontsnappen. Toegegeven, de kans is zéér klein. Maar volgens internationaal crisisexpert Eelco Dykstra moeten we er toch rekening mee houden. “Die statistieken kunnen misleidend klinken. Bij de kans van één op een miljoen kan het ook morgen gebeuren.”

Er zijn twee rampscenario’s mogelijk. In het ergste geval gaat de meltdown gepaard met een ontploffing die scheuren in de buitenwanden veroorzaakt. Volgens emeritus hoogleraar kernfysica Cees Andriesse zou de straling die dan vrijkomt in de directe omgeving voor tientallen doden kunnen zorgen. Als de bevolking niet op tijd wordt geëvacueerd, kunnen daar nog duizenden sterfgevallen bij komen; mensen die kanker krijgen door het radioactieve jodium dat bij het kernsplitsingsproces ontstaat en zich in onze schildklier ophoopt.

In het tweede, meer waarschijnlijke scenario blijft de containment intact en is er alleen sprake van een kernsmelting. Er komt dan nog altijd radioactiviteit vrij, aangezien de vluchtige gassen via kieren en gaatjes kunnen ontsnappen. Andriesse: “Dat is niet te voorkomen, maar de straling die vrijkomt is een stuk lager. Het zal geen directe doden tot gevolg hebben, maar wel een grote besmetting van het land. In Zeeland zal decennia en misschien wel eeuwen niets te verbouwen zijn. En niemand zal besmette vis en mosselen willen eten.”

Radioactieve regen

Maar niet alleen Zeeland is de klos. Afhankelijk van de wind, die in Nederland meestal uit het zuidwesten komt, kunnen de radioactieve gassen zich honderden kilometers verplaatsen. Andriesse: “Met een zuidwestenwind zit dat zo boven Rotterdam. Als het regent, heb je de radioactiviteit meteen lokaal op de grond. Maar als er geen regen is en die pluim naar het noordoosten trekt, kan het ook pas neerslaan in Duitsland.”

In het scenario van een superstorm is het echter denkbaar dat de windstoten – gepaard met veel regen – uit het noordwesten komen. In dat geval waait de pluim naar Terneuzen en verder naar België, waar het radioactieve materiaal zal neerregenen.

Volgens een rapport van Greenpeace wordt een groot deel van Nederland na een zwaar kernongeval, inclusief een scheur in de containment, decennialang onbewoonbaar (zie het kaartje op pagina 30). Hoogleraar versnellerfysica Sytze Brandenburg van de Rijksuniversiteit Groningen vindt dat echter een te sterk statement. “Een kernongeval in Borssele is op zich vergelijkbaar met Fukushima, maar Borssele heeft een veel sterkere containment, waardoor de vrijkomende hoeveelheden radioactief cesium en jodium aanzienlijk kleiner zullen zijn. Als je de Nederlandse situatie vergelijkt met de besmettingskaart van Japan kun je niet concluderen dat een groot deel onbewoonbaar zou worden. Wel zal landbouw voor consumptiedoeleinden gedurende vele decennia onmogelijk zijn.”

Pluimzone

Voor het zover is, zal met man en macht worden geprobeerd de gevolgen van een kernongeval binnen de perken te houden. Daarvoor is het rampenplan van de Veiligheidsregio Zeeland verantwoordelijk. Volgens de wettelijke norm moet iedereen binnen een straal van 5 kilometer rond de kerncentrale worden geëvacueerd: de inwoners van Borssele en de werknemers van het industriegebied Vlissingen-Oost. Dat lijkt een krappe marge. In Fukushima werd tot 20 kilometer geëvacueerd en in Tsjernobyl tot 30 kilometer. “Je hebt natuurlijk te maken met de wind”, zegt Jaap Gelok, de burgemeester van Borssele die als nucleair adviseur in het beleidsteam zit dat het rampenplan coördineert. “Het hele gebied waar de kerndeeltjes naartoe worden geblazen, de zogenoemde pluimzone, moet rekening houden met evacuatie.”

Die 5 kilometer wordt dus afhankelijk van de weersomstandigheden en de ernst van het ongeval opgerekt. Bij zuidwestenwind zou de gemeente Goes, op zo’n 20 kilometer van Borssele, geëvacueerd moeten worden. En in het geval van een superstorm uit het noordwesten komt zoals gezegd Terneuzen in beeld. Als de pluim de grens overwaait, neemt de Belgische rampenbestrijding het over.

Op zijn website zegt Greenpeace grote problemen te verwachten als alle 215.000 inwoners van Midden-Zeeland geëvacueerd zouden moeten worden. Dit gebied heeft slechts vier uitvalswegen, waarbij er twee mogelijk in de pluimzone liggen. Het rampenplan gaat er echter van uit dat niet iedereen weg hoeft. Een gemeenteambtenaar legt uit: “Om de kerncentrale heen zijn cirkels getrokken voor de evacuatiezone. Die cirkel is opgedeeld in zogenoemde taartpunten, met marges om rekening te houden met de draaiende wind. Alleen de taartpunt die op dat moment in beeld is, moet ontruimd worden.” Dat betekent bijvoorbeeld dat Goes en Middelburg nooit tegelijkertijd geëvacueerd hoeven te worden. “We gaan niet uit van een 360 graden draaiende wind.”

Een woordvoerder van Veiligheidsregio Zeeland vult aan: “Bij een nucleair ongeval is sprake van een langzame ontwikkeling voordat het tot een daadwerkelijke uitstoot komt. Bovendien is een super-storm op basis van de huidige meteorologische gegevens voorspelbaar, waardoor veel maatregelen vooraf kunnen worden getroffen. Er zal genoeg tijd zijn om Zeeland te evacueren.”

Kapitaalvernietiging

Deze geruststellende woorden ten spijt is het nog maar de vraag of de uitvoering van het rampenplan wel zo soepel zal verlopen. Een in 2011 verschenen rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is kritisch over de Nederlandse voorbereiding op een kernramp. Volgens het rapport zijn er “complicerende factoren” bij een kernramp, onder meer dat de gevaren van radioactieve straling zwaarder worden ervaren dan ze werkelijk zijn, “wat kan leiden tot massahysterie en sub-optimaal bestuurlijk handelen”.

Crisisexpert Eelco Dykstra onderschrijft die conclusies. “Ga er maar van uit dat er chaos is en speel in op die chaos. Uit de praktijk weet ik dat de helft van de werknemers van de hulpdiensten bij een ramp niet komt opdagen, omdat ze eerst hun gezin in veiligheid willen brengen. Dus is het maar de vraag of je je systemen draaiende kunt houden.” Burgemeester Jaap Gelok blijft optimistisch. “Uit de voorbereiding van alle scenario’s tot nu toe heb ik alleen maar betrokken medewerking ervaren. Ik ga ervan uit dat we voldoende mensen hebben die de leemte kunnen invullen.”

De economische gevolgen van een kernramp in Nederland zullen daarentegen aanzienlijk zijn, en helemaal als de wind uit het zuidwesten waait en de radioactieve pluim naar de Randstad wordt geblazen. Dykstra: “De infrastructuur is daar zo compact dat je een enorme vernietiging van kapitaal en economische waarde krijgt.” Schiphol, de Rotterdamse haven en de bloemenveiling in Aalsmeer zullen platliggen, wellicht voorgoed.

Veel mensen zullen de bui niet afwachten en vertrekken. Dykstra: “Als er in de Randstad iets gebeurt, gaat 50 procent van de bevolking sowieso weg. Dan krijg je het verschijnsel dat ghosting heet, waarbij mensen wel hun adres aanhouden, maar er nooit zijn. Alleen diegenen die geen geld hebben, zitten er nog. Nederland wordt dan het nieuwe lagelonenland van Europa.”

Het is ook mogelijk dat randstedelingen hun heil zoeken in de delen van Nederland die niet zijn besmet. Vooral Limburg zou te maken kunnen krijgen met een grote instroom. Op termijn zou de mijnstreek uit kunnen groeien tot een nieuwe Randstad.

Volgens Dykstra is het de vraag of Nederland een grote nucleaire ramp überhaupt overleeft. “Elke ramp die de kritieke infrastructuur aantast – water, energie, transport, gezondheidszorg, IT, enzovoorts – legt een land qua productie drie tot vijf jaar lam. Bij grote kernongevallen is dat nog langer. In de Randstad wordt het grootste deel van ons BNP verdiend. Als daar iets gebeurt en je drie tot vijf jaar niet meer kan produceren, zijn we failliet. Dat betekent het einde van de staat, tenzij we worden opgepikt door de internationale gemeenschap. Die kans is groot, want de Nederlandse delta is belangrijk als aan- en doorvoerhaven. Een kernramp bij ons zou ook meteen een Europees probleem zijn.” Brussel zou dus in samenwerking met de Europese Centrale Bank een noodfonds moeten aanleggen om ons land er weer bovenop te helpen.

Weg draagvlak

Als bovenstaand scenario ooit werkelijkheid wordt, zal de kernenergie in Europa waarschijnlijk hetzelfde lot zijn beschoren als in Japan. Daar daalde het maatschappelijk draagvlak na het ongeval in Fukushima tot het nulpunt. De Japanse regering brak met haar eigen beleid en besloot alle kerncentrales binnen 25 jaar te sluiten. Volgens oud-kernfysicus Cees Andriesse zal dat in Europa niet anders zijn. Frankrijk zal het daar het moeilijkst mee hebben, aangezien de Fransen met 58 kernreactors 80 procent van hun elektriciteit opwekken.

Gelukkig behoort Borssele tot de 25 procent veiligste kerncentrales ter wereld. Mocht dit artikel je desondanks slapeloze nachten bezorgen, dan moet je nog twintig jaar geduld hebben. In 2033 wordt de kerncentrale in Borssele definitief ontmanteld en gesloten.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in KIJK 8/2013.

Meer informatie:

Tekst: Abhinabha Tangerman

Beeld: Shutterstock, Marcel Antonisse/ANP, bewerking Olivier Hokke/Wolfox.nl