Gentech: levensgevaarlijk of levensreddend?

KIJK-redactie

10 augustus 2013 16:00

Tarwe gentech

Gentechgewassen zijn op zijn zachtst gezegd omstreden. Tegenstanders vinden ‘rommelen’ met planten-DNA een gevaarlijke, milieuvervuilende bezigheid waar met oneerlijke patenten grof geld aan wordt verdiend. Voorstanders zien in gentech dé oplossing voor het wereldvoedselprobleem. Wie heeft gelijk? De werkelijkheid achter een verhit debat.

Twee miljoen mensen. Zoveel demonstreerden er naar verluidt op 25 mei 2013 tegen Monsanto, een internationale gigant in genetisch gemodificeerde zaden van landbouwgewassen. In vrijwel elke grote westerse stad waren actievoerders op de been – en met succes: Monsanto heeft gezegd voorlopig niet meer te lobbyen voor de teelt van gentechgewassen in Europa, behalve in landen waar het bedrijf al goede zaken doet, zoals Spanje.

Het protest had ook een ander effect: het gaf een stem aan onvrede over gentechnologie in het algemeen. In Amsterdam hielden de activisten borden omhoog met ‘No GMOs’, oftewel: geen genetisch gemodificeerde organismen. Ook de Partij voor de Dieren protesteerde, met borden als ‘Dit moet stoppen. Onze aarde gaat naar de knoppen!’

Wat er volgens de demonstranten dan mis met gentechnologie? De doodshoofden op de protestborden geven een hint: planten met toegevoegde genen zijn volgens tegenstanders levensgevaarlijk. We weten niet goed genoeg wat er gebeurt als genen met elkaar mixen. Gentechnologie is onvoorspelbaar en kan op onverwachte manieren de volksgezondheid én de natuur bedreigen, zeggen de tegenstanders. Ook vrezen ze dat genetisch gemodificeerde planten alleen grote bedrijven als Monsanto zelf helpen en dat kleine boeren in arme landen er niets aan hebben.

Het debat is fel. Aan de ene kant heb je wetenschappers, de landbouwindustrie en een handjevol wereldverbeteraars, die in gentechnologie een ondersteuning zien voor hogere landbouwoogsten en voedselzekerheid. Lijnrecht daar tegenover staan organisaties zoals Greenpeace, activisten en een ander slag wereldverbeteraars. Tot dusver hebben deze tegenstanders van gentech vooral succes in Europa: hier zijn slechts twee gentechgewassen toegestaan en de toelatingsprocedure voor nieuwe gewassen is de strengste ter wereld. Maar buiten Europa neemt de gentechnologie in de landbouw alleen maar toe, vooral in ontwikkelingslanden.

Hoe zit het nou eigenlijk? Is gentechnologie goed voor de wereld of zijn de zorgen en bezwaren terecht? Zal gentechnologie, vooral nu ze in kwetsbare ontwikkelingslanden voet aan wal krijgt, straks worden herinnerd als een blunder die we nooit hadden moeten begaan of als een succesnummer dat we niet hadden moeten uitstellen?

Dit is het begin van een artikel, te vinden in KIJK 10/2013. Dit nummer ligt in de winkel van 23 augustus tot en met 19 september.

Meer informatie vind je op het AgBioForum.

Tekst: Ronald Veldhuizen

Beeld: Bluemoose/CC BY-SA 3.0