Fotograferen leidt tot slechtere herinneringen

KIJK-redactie

10 december 2013 16:00

Je camera thuislaten is helemaal niet zo’n slecht idee als je van plan bent om naar het museum te gaan. Dan onthouden we volgens nieuw onderzoek alles stukken beter.

Camera’s zijn onmisbaar tijdens een museumuitje. Bij een opvallend schilderij, beeldhouwwerk of ander memorabele bezienswaardigheid wordt direct het fototoestel, de smartphone of de iPad erbij gehaald om het object vast te leggen. Het doel: Het beeld thuis terug te kijken, om onze herinneringen weer boven te halen. Maar nu blijkt uit onderzoek dat de dingen die we fotograferen juist niet zo goed blijven hangen.

In de nieuwe studie, van psycholoog Linda Henkel (Universiteit van Fairfield), is gebleken dat de specifieke informatie die bij het gefotografeerde object hoort, slechter in het geheugen blijft hangen dan van niet gefotografeerde objecten. Volgens Henkel maken we ons geheugen lui, omdat we erop rekenen dat de technologie, in dit geval de camera, de informatie opslaat.

‘Mind-eye’ versus camera

Voor het onderzoek liet ze proefpersonen naar het Bellarmine Museum of Art in Fairfield University komen en gaf hen de opdracht om kennis te nemen van de tentoongestelde voorwerpen. Dat mocht zowel door fotografie als door observatie.

De volgende dag werd het geheugen van de proefpersonen getest. Daaruit bleek dat de herinneringen aan de gefotografeerde kunst aanzienlijk minder van kwaliteit waren dan van de geobserveerde kunst. Zo konden de proefpersonen minder goed vragen beantwoorden over de visuele aspecten van de kunstvoorwerpen. “Deze resultaten laten zien dat de mind-eye en het oog van de camera niet hetzelfde zijn”, zegt Henkel.

Voor Henkel kwamen de resultaten niet als een verrassing. Ze had zelf al meerdere malen ervaren dat als ze een foto van een object in een museum maakte, ze zich dat achteraf minder goed kon herinneren dan wanneer ze er geen foto van had gemaakt. Die ervaringen inspireerden haar om dit verschijnsel nader te onderzoeken.

Camera thuislaten?

Toch hoeven we nu niet ineens massaal te vrezen voor de negatieve invloeden van de camera. “In het dagelijks leven maken mensen natuurlijk juist foto’s van mensen, dingen en momenten die ze belangrijk vinden, voor hen van waarde zijn of die ze willen onthouden”, legt Henkel uit. Maar voor een dagje museum is het misschien wel handig om het gebruik van de camera te beperken.

Bronnen: Psychological Science, Linda Henkel, Fairfield University

Beeld: Nicolás García