Hoe stoom je een Olympische schaatser klaar?

KIJK-redactie

02 februari 2014 16:00

Een Olympische schaatser moet veel trainen om te pieken. Maar té hard trainen kan averechts werken. Een Duitse schaatsacademie heeft het perfecte trainingsschema.

Als Marit Fjellanger Bøhm uit Noorwegen haar warming-up doet, zegt ze opgewekt: “Dit gaat pijn doen hoor.” Haar stemming is zo’n tien minuten later volledig omgeslagen, als de talentvolle schaatsster kreunend over haar fiets hangt in de voormalig operatiekamer van een oud Duits ziekenhuis – vechtend tegen de braakneigingen. De grafieken op het computerscherm liegen niet. Het lactaat spuit uit haar oren en haar hartslag is vijf meter verder te horen. “Doorfietsen”, zegt inspanningsfysioloog Melvin Kantebeen als de test er al op zit. “Je moet blijven bewegen.” Het zou een martelscène kunnen zijn uit een vage Duitse film. Dat is het niet – het is topsport.

Bøhm heeft zojuist een maximale inspanningstest met lactaatmeting gedaan, een standaardprocedure binnen de Kia Speed Skating Academy in Inzell, een schaatsacademie waar zowel onbekende talenten als wereldkampioenen verblijven. De test is een startpunt van de trainingsschema’s en (zoals in dit geval) een tussentijdse evaluatie van hoe de trainingen uitpakken. Hoe reageert de sporter op trainingsprikkels? Hoe staat het met het uithoudingsvermogen? Traint de sporter niet te hard? Moet de schaatser trainen op snelheid, of juist op inhoud?

Dit is het begin van een artikel te vinden in KIJK 3/2014. Dit nummer ligt in de winkel van 6 februari tot en met 5 maart. 

Meer informatie:

Beeld: Kia Speed Skating Academy