Embryoselectie: medische uitkomst of politiek zorgenkind?

KIJK-redactie

28 februari 2014 09:00

Voor ouders met een erfelijke ziekte is embryoselectie een dankbaar middel om een gezond kind te krijgen. En de techniek wordt steeds beter. Goed nieuws, zou je zeggen, maar er kleven ook ethische bezwaren aan. Moeten we bang zijn voor de opkomst van designerbaby’s?

Stel je voor dat je je nageslacht zou kunnen selecteren. Dat je een zoon of dochter kunt kiezen met bijvoorbeeld blauwe ogen, een hoog IQ, aanleg voor sport en muzikaal talent. En dat dat kind dan een ‘genenpaspoort’ bij de geboorte mee zou krijgen, zodat het op de juiste leeftijd ziektes zou kunnen voorkomen. Het is niet ondenkbaar dat dat in de toekomst allemaal zal kunnen.

In feite zijn we al een eind op weg, want het eerste kind waarbij het totale genenpakket van tevoren al in kaart was gebracht met de techniek next generation sequencing (NGS), kruipt op dit moment rond in Engeland. Nu is een selectie op blauwe ogen, talent en intelligentie (nog) niet mogelijk – het is zelfs de vraag of dat überhaupt kan – omdat eigenschappen vaak samenhangen met veel verschillende genen. Maar NGS zou beste weleens een aanvulling kunnen worden op de zogenoemde embryoselectie, die we in Nederland al jaren toepassen. Met NGS kunnen we namelijk sneller en nauwkeuriger kinderen selecteren zonder erfelijke aandoening, waarbij de kans op een miskraam klein is.

Hoewel de techniek nog in de kinderschoenen staat, klinken de eerste protesten al. Critici zijn bang voor een ‘glijdende schaal’ en politici ruziën over de medische uitvinding, die volgens sommigen een halt moet worden toegeroepen.

Ondertussen zijn ouders alleen maar zielsgelukkig als ze een geselecteerd gezond kind krijgen. Als ze zwanger worden via de natuurlijke weg, bestaat de kans dat hun kind dezelfde ernstige ziekte heeft als de vader, moeder of een familielid. Paren die willen dat het genenpakket van hun kroost niet is gebaseerd op puur toeval, kunnen een bijna volledige ‘garantie’ op een gezond kind krijgen. Als ze tenminste in aanmerking komen voor preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD), want de selectie in Nederland is streng. Hoe gaat PGD in zijn werk? En welke ziektes zijn ernstig genoeg?

Dit is het begin van een artikel te vinden in KIJK 4/2014. Dit nummer ligt in de winkel van 6 maart tot en met 3 april.

Meer informatie:

Tekst: Christa Broekhuizen

Beeld: Lunar Caustic