‘Nooit eerder ontmoette ik zo’n vrolijke dode’

KIJK-redactie

06 juni 2014 11:00

Kees Moeliker

KIJK-columnist, bioloog en conservator Kees Moeliker over een Ig Nobelprijswinnaar die de pijnlijkheid van verschillende doodstrafmethodes in kaart bracht en een ander die moedig streed tegen zijn eigen doodverklaring.

Mijn werk voor Improbable Research, dat de Ig Nobelprijzen uitreikt, brengt mij in contact met bijzondere mensen. De winnaars van de vredesprijs spannen de kroon. Neem Harold Hillman, een Britse fysio­loog die in een artikel in het tijdschrift Perception nauwgezet de mogelijke pijn in kaart bracht die verschillende metho­des van de doodstraf met zich meebrengen. Hij ging het bekende rijtje af: de kogel, ophangen, stenigen, onthoofden, elektrocuteren, vergassen en de dodelijke injectie. Allemaal stevig onderbouwd; stenigen kwam er het slechtst van af. Tabel 2 in zijn studie – handig voor dictatoriale regimes – vat het allemaal samen.

Het leverde Hillman in 1997 terecht de Ig Nobelprijs voor de vrede op. In 2004 hadden we hem uitgenodigd om zijn doodstrafverhaal te vertellen tijdens een avondje vrolijke wetenschap. De hoogbejaarde Hillman pakte een stapel overheadsheets uit zijn tas en begon zonder enige aarzeling een compleet nieuwe visie op de bouw van de dierlijke cel uiteen te zetten. Hij liet de zaal (en mij) in verwarring achter.

Maar de opmerkelijkste vredesprijswinnaar die ik ontmoette, is Lal Bihari uit India. Hij won zijn prijs in 2003 voor (1) leven terwijl hij officieel was doodver­klaard, (2) het voeren van een levendige postume campagne tegen bureaucratie en hebzuchtige familieleden, en (3) het oprichten van de Association of Dead People. Zijn ‘overlijden’ in de bloei van zijn leven dankte hij aan een oom die daarmee zijn landbouwgrond in bezit kreeg. Die had eenvoudigweg een ambtenaar van de burgerlijke stand omgekocht.

Het koste Bihari twintig jaar om weer tot de levenden te worden gerekend. Daarvóór organiseerde hij zijn eigen lijkverbranding, vroeg hij een (afgewezen) weduwe­pensioen aan voor zijn vrouw en stelde hij zich kandidaat voor het premierschap van India, tegen Rajiv Gandhi. Hij verloor en hoopte zo aan te tonen dat hij leefde.

Bihari kwam erachter dat hij alleen al in deelstaat Uttar Pradesh duizenden lotgenoten had en richtte de Association of Dead People op. Op zijn visitekaartje staat nog steeds Lal Bihari Mritak: Lal Bihari de Overledene. Nooit eerder ontmoette ik zo’n vrolijke dode.

Kees Moeliker staat met zijn column in elk nummer van KIJK. Deze tekst werd eerder gepubliceerd in KIJK 5/2014.

Beeld: Studio 5982