‘Ook ik heb mijn ergernissen’

KIJK-redactie

05 januari 2015 11:00

Kees Moeliker

KIJK-columnist, bioloog en conservator Kees Moeliker over dingen waar mensen zich enorm over op kunnen winden.

Toen ik in 2003 de Ig Nobelprijs voor de biologie ontving, was John W. Trinkhaus de gelukkige die met de literatuurprijs naar huis ging. Deze emeritus hoogleraar aan de Zichlin School of Business van de City University in New York kreeg de onderscheiding – voor onderzoek dat je “eerst laat lachen en dan aan het denken zet” – voor het publiceren van meer dan 80 studies naar zaken die hem irriteerden.

Hij verzamelde eigenhandig statistische gegevens over mensen die hun honkbalpetje achterstevoren dragen (of dat juist niet deden), over welke kleur (anders dan wit) de sportschoenen van voetgangers hebben, over mensen die (net) te veel boodschappen in het mandje hebben bij de ‘snelle kassa’, en ga zo maar door.

De Trinkaus-methode is simpel: observeren, noteren, uitwerken en publiceren. Meestal leidt het tot twee of drie pagina’s in Psychological Reports. De titels van zijn studies zijn treffend en  karakteristiek. Neem bijvoorbeeld Stop Sign Compliance: An Informal Look (1982). Deze publicatie, over automobilisten die wel of niet stoppen voor een rood verkeerslicht, illustreert zijn bijzondere fascinatie voor weten, regels en gewoonten. Daarna kwam hij met de vervolgstudies Another Look (1983), A Furter Look (1988), A Follow-Up Look (1993) en – je voelt hem al aankomen – … A Final Look (1997).

Ook ik heb mijn ergernissen. Zo kan ik mij erg opwinden wanneer bijna alle vrije supermarktwagentjes vol liggen met rotzooi: het loof  van een bos wortelen, het bonuskrantje, een opengebarsten pak vla, boodschappenlijstjes, een volle luier. Toen ik laatst weer eens geërgerd het vuil uit mijn karretje in de afvalbak mikte, vroeg ik mij af of ik de enige ben die gedwee andermans afval opruimt.

Thuis sloeg ik er de verzamelde werken van John Trinkaus op na. En ja hoor, uit Psychology Reports (2004): Clearing the Supermarket Shopping Cart: An Informal Look (2004). Van de 500 personen die zich aan de rommel in het supermarktkarretje ergerden, pletterde 69 procent de zooi in een ander karretje, gooide 26 procent het op straat en koos slechts 5 procent voor de enige echte oplossing van dit typische Trinkaus-probleem. Het spul ging de vuilnisbak in.

Kees Moeliker staat met zijn column in elk nummer van KIJK. Deze tekst werd eerder gepubliceerd in KIJK 10/2014.

Beeld: Studio 5982