‘Vroeger was de toekomst beter’

KIJK-redactie

22 januari 2015 11:00

Rik Peters

KIJK-columnist en gadgetman Rik Peters over de gelijkenis tussen populaire economen en sciencefictionfilms. 

Vroeger was de toekomst beter. Vijfentwintig jaar geleden werd ons beloofd dat we over enkele maanden allemaal een zwevend skateboard, een paar zelfstrikkende gympen en een automatisch drogende jas zouden hebben. Nu lijkt het erop dat sommige mensen in 2015 niet eens de stroomrekening van die gadgets kunnen betalen.

De films uit de Back to the future-reeks en opiniestukken van populaire economen hebben veel met elkaar gemeen: ze zijn allebei meestal iets te langdradig, ze zijn allebei vaak onbedoeld grappig, en ze bewijzen allebei dat het simpelweg onmogelijk is om met enige échte onderbouwing iets over de komende week te zeggen.

Zelfs wetenschapper en sciencefictionschrijver Isaac Asimov kon dat nauwelijks. Een halve eeuw terug voorspelde hij in Visit to the World’s Fair of 2014 misschien al Google’s zelfrijdende auto (wagens die solo naar voorgeprogrammeerde bestemmingen sjezen) en Apple’s iPad (veredelde telefoons met schermen waarop je foto’s en boeken kunt zien) – maar dan moet je vrij welwillend lezen én een boel onzin negeren. Want met zwevend personenvervoer voorzag ook hij een soort hoverboard.

Terug naar de gerespecteerde economen wier uitmuntende arbeid ons de laatste jaren zoveel voortreffelijks heeft gebracht. Die blijven negatieve vooruitzichten uitbraken – maar vermoedelijk gaan we ons daar binnenkort wat minder van aantrekken. In 2015 vieren we namelijk de dertigste verjaardag van de eerste Back to the future-film en ik vermoed dat veel columnisten opnieuw gaan dagdromen over de fantastische uitvindingen in die reeks. Terug naar de toekomst van Back to the future? Die voorspelling durf ik wel aan.

Rik Peters staat met zijn column in elk nummer van KIJK. Deze tekst werd eerder gepubliceerd in KIJK 10/2014.

Beeld: Studio 5982