‘Verliefdheid komt nageslacht ten goede’

KIJK-redactie

15 september 2015 16:00

Een speeddate-experiment heeft aangetoond dat de koters van zebravinken beter af zijn als hun ouders ‘verliefd’ zijn.

Flirten, daten, verliefd worden. Blijkbaar is het allemaal nodig om datgene te bereiken waar je voor op aarde zou zijn: kinderen krijgen. Maar laten we eerlijk zijn, een kind verwekken is meestal zo gepiept, dus is dat jarenlange voorspel wel echt nodig? Wetenschappers van het Max Planck Instituut voor Ornithologie in Duitsland denken van wel, want zij hebben aanwijzingen gevonden dat ‘liefde’ tussen partners belangrijk is voor het nageslacht. Althans, bij vogels.

Datingshow

Inderdaad, ornithologie is vogelkunde en mensen zijn geen vogels. Toch zijn er wel degelijk overeenkomsten. Zo houden bijvoorbeeld zebravinken er een herkenbaar liefdesleven op na. Ze blijven hun hele leven bij dezelfde partner en zorgen samen voor de kuikens. Reden genoeg voor Duitse wetenschappers om deze vogeltjes een hoofdrol te geven in hun onderzoek naar de gevolgen van partnerkeuze dat deze week werd gepubliceerd in het vaktijdschrift PLOS Biology.

Er werden een paar interessante conclusies getrokken. Zo blijkt partnerkeuze bij zebravinken wel degelijk belangrijk voor hun voortplanting. Vrouwtjes zouden met de juiste man aan hun zijde vaker in the mood komen waardoor de kans op bevruchting toeneemt. Tevreden mannetjes zijn op hun beurt bereid meer tijd te steken in het verzorgen van de kinderen zodat bij hen de overlevingskans toeneemt.

Overspel

Om tot deze inzichten te komen, lieten de wetenschappers er een experiment op los. Alsof het een datingshow was, kozen twintig vrouwelijke zebravinken naar eigen voorkeur een mannetje uit. De ene helft van de gevormde paartjes mocht een liefdesnestje bouwen en daar voor nageslacht zorgen. De andere helft kwam er minder fortuinlijk vanaf. Deze deelnemers werden gescheiden van hun voorkeurspartner en moesten het noodgedwongen doen met een schrale tweede of derde keuze.

Tijdens de opvoeding van de kuikens en de weg ernaar toe, kwamen er al snel grote verschillen aan het licht. Terwijl de kerels van de niet-verliefde vogelpaartjes zich wisten te vermannen, waren de vrouwtjes niet bepaald enthousiast als het aankwam op ‘de daad’. Dit resulteerde in minder nakomelingen. Ook lag het aantal kuikens dat overleefde 37 procent hoger in de koppels die elkaar uit hadden gekozen.

En alsof er een gebrek aan passie was, pleegden deze koppels vervolgens vaker overspel dan dat de verliefde echtparen dit deden. Niet verrassend zijn er volgens de bronnen studies waaruit blijkt dat dit bij mensen net zo werkt.

Bronnen: PLOS Biology, Phys.org