Oermens kon spreekfrequenties horen

kijkmagazine

28 september 2015 11:00

Onderzoek naar de gehoorcapaciteiten van de vroege mens suggereert dat onze voorgangers miljoenen jaren geleden al communiceerden op dezelfde toonhoogten.

De zware stem van zangers als Louis Armstrong mogen wellicht anders doen vermoeden, maar de mens heeft – in vergelijking met de aap – een hoog stemgeluid. En die hogere stemklanken zijn een belangrijke factor geweest in de ontwikkeling van menselijke communicatie. Nu hebben paleontologische wetenschappers van de Bingham University in New York vastgesteld dat de mens die zo’n twee miljoen jaar geleden leefde ook al hogere frequenties kon horen dan zijn evolutionaire evenknie, de chimpansee.

3d-gehoor

De paleontologen onderzochten de schedels en gehoorbeentjes vanAustralopithecus africanus en Paranthropus robustus, twee soorten hominini die zo’n één tot drie miljoen jaar geleden leefden. Met behulp van CT-scans maakten ze een 3d-reconstructie van hun gehoororganen. Vervolgens berekende een computermodel de frequenties die deze oermensen konden horen. Hetzelfde deden de wetenschappers met de botten van de huidige mens en chimpansee.

De onderzoeksresultaten toonden dat de oermens al aardig op weg was een menselijk gehoor te ontwikkelen. De moderne mens en chimpansee horen even goed onder de 3 kilohertz, maar geluiden daarboven (tussen de 3 en 5 kilohertz) worden beter waargenomen door mensen. Voor de hominini gold dat hun gehoorprestaties onder de 3 kilohertz gelijk waren aan die van chimpansees en beter bij frequenties tussen de 3 en 4 kilohertz. Het menselijk onderscheid op het gebied van hoge tonen manifesteerde zich dus al twee miljoen jaar geleden.

Taal

Het kunnen horen van hogere frequenties lijkt een belangrijke voorwaarde te zijn geweest voor de ontwikkeling van geavanceerde communicatie, uiteindelijk taal. Medeklinkers als de ‘t’ en de ‘s’ bevatten namelijk geluiden uit het hogere 3-5 kilohertz register. Het kunnen waarnemen van deze klanken zou op den duur geraffineerdere stemgeluiden mogelijk hebben gemaakt.

“Zodra je die reikwijdte vergroot, kan je meer informatie versturen in je berichten,” redeneert hoofdonderzoeker Rolf Quam, “en we denken dat er een verband is met taal wanneer het gehoorbereik wordt vergroot.”

Dat wil niet zeggen dat de hominini met taal communiceerden. Wetenschappers zijn er vrijwel zeker van dat die menselijke eigenschap zich veel later ontwikkelde. Hoogstwaarschijnlijk is wel dat de oermens communiceerde met stemgeluiden, net zoals andere primaten, alleen dan óók met de hoge tonen die een uiteindelijke ontwikkeling van taal mogelijk hebben gemaakt.

Bronnen: ScienceAdvances, NewScientist, Reuters

Beeld: Binghamton University