‘Evolutie van dierlijk gif kent twee standen’

KIJK-redactie

13 november 2015 11:00

De dodelijke vloeistof van giftige dieren zou zich beurtelings op twee manieren evolueren.

Slangengif, maar ook dat van bijvoorbeeld spinnen, duizendpoten en schorpioenen ontwikkelt zich in de loop der tijd tot een steeds effectiever middel om een prooi te verlammen of ter verdediging. Maar er blijkt meer dan één vorm van deze ‘gifevolutie’ te zijn, en die zouden elkaar steeds afwisselen afhankelijk van veranderingen in de omgeving, zo stellen wetenschappers van de University of Jerusalem.

Om de evolutie van gif te begrijpen is de laatste jaren vooral gekeken naar relatief jonge diersoorten, schrijven de wetenschappers in het blad PLOS Genetics. De gangbare theorie over de evolutie van dit gif is dat prooidieren er steeds een beetje meer immuun tegen werden, waardoor het gif van de roofdieren dus steeds een beetje sterker moest worden. Dit is wat ze noemen ‘positieve selectie’ en wordt gezien als een snelle vorm van evolutie.

Omschakelen

Maar toen de wetenschappers gingen graven in de evolutie van veel oudere giftige diersoorten stuitten ze tot hun verbazing op ‘negatieve selectie’. Bij deze langzamere vorm van evolutie komt het erop neer dat er een paar individuen in een populatie voorkomen die toevallig niet zo giftig gif produceren. Deze stakkers vangen daardoor minder prooien, hebben minder energie om zich voort te planten en kunnen hun ‘slechte’ genen daardoor niet doorgeven aan de volgende generatie. De wel giftige individuen blijven bestaan.

Nu ze dit weten, zeggen de Israëlische deskundigen dat een giftige diersoort deze twee strategieën mogelijk afwisselt in de loop der tijd. Jonge soorten zouden hun gif in een nieuwe omgeving sneller aanpassen via positieve selectie. Eenmaal langer op een plaats en inmiddels oude individuen geworden, zouden ze al behoorlijk goed zijn aangepast en hebben dan meer baat bij het verder uitkristalliseren van hun bewezen goede gif. Maar zodra de omgeving – bijvoorbeeld de aanwezigheid van prooidieren en vijanden – plotseling verandert, wordt er mogelijk opnieuw omgeschakeld.

Bronnen: PLOS Genetics, Science Daily

Beeld:  Finklez / CC BY-SA 3.0