Kruisraketten worden nog dodelijker

André Kesseler

21 januari 2016 16:00

Het Los Alamos National Laboratory werkt aan een opmerkelijke manier om de slagkracht van Tomahawk-raketten flink te vergroten.

Als er ergens militair gezien een deur moet worden intrapt, wordt er al snel naar Tomahawk-raketten gegrepen. In 2011 vuurden de Amerikanen bijvoorbeeld een kleine 100 van die laagvliegende langeafstandsraketten af (kosten 1,5 miljoen euro per stuk) om de commandocentra en de luchtafweersystemen van Libië plat te leggen. Ze zijn dus letterlijk en figuurlijk heel doeltreffend, maar er wordt nagedacht over een systeem dat de Tomahawk nog dodelijker maakt.

Exo-tetrahydrodicyclopentadiene

De kruisraketten hebben een brandstoftank met daarin zo’n 500 liter JP-10, een speciaal soort kerosine met de exotische naam exo-tetrahydrodicyclopentadiene, die een eurootje of zes per liter kost. Met een volle tank kan de raket een kleine 1400 kilometer afleggen, maar niet alle doelen liggen zo ver weg. In de meeste gevallen is er dus nog aardig wat brandstof over en normaal gesproken verbrandt die bij inslag.

1024px-UGM-109_hits_target_on_San_Clemente_Island_1986

Bij het Los Alamos National Laboratory zijn ze nu aan het bekijken of ze er op een eenvoudige manier voor kunnen zorgen dat die JP-10 vlak voor of tijdens de inslag wordt verneveld, waardoor het spul niet verbrandt, maar explodeert. Zo’n fuel-air explosive kan de vernietigende kracht van een Tomahawk-raket een heel stuk groter maken. Sterker nog: een halve tank brandstof zou wel eens meer explosieve kracht kunnen hebben dan de explosieve lading die standaard aan boord is.

Dat klinkt overigens eenvoudig genoeg, maar dat is het niet. De mix van lucht en brandstof moet namelijk precies goed zijn, anders gaat de knalfuif niet door.

Bronnen: Los Alamos National LaboratoriesPopular Mechanics

Beeld: US Navy