De Arrow: het vliegtuig dat niet mocht

André Kesseler

10 februari 2010 16:06

Als ergens iets onverklaarbaars of geheimzinnigs gebeurt, zijn er altijd mensen die roepen dat het om een samenzwering gaat. Hoe ontstaan die verhalen en wat is ervan waar? Deze maand: het abrupte einde van het veelbelovende Canadese gevechtsvliegtuig AVRO CF-105 Arrow.

We kennen beroemde data als 9-11 en 06-05. In de Canadese luchtvaartwereld is het 20-02-59. Zwarte vrijdag. De dag dat ’s werelds beste vliegtuig ooit, de AVRO CF-105 Arrow, de nek werd omgedraaid en er een einde kwam aan de Canadese luchtvaartindustrie. Er zijn mensen die denken dat de sterke zuiderbuur van Canada daar schuldig aan is. Sterker nog, de Amerikaanse geheime dienst zou er hard aan hebben gewerkt om ervoor te zorgen dat de Arrow er niet kwam.

Meteen na de Tweede Wereldoorlog ontstond er nieuwe dreiging op het wereldtoneel. De Koude Oorlog werd steeds frisser en daarmee groeide de angst dat de Russen met hun langeafstandsbommenwerpers over de Noordpool zouden komen en vernietigende klappen uit zouden delen. De Canadezen gingen wereldwijd shoppen voor een jachtvliegtuig dat die dreiging zou kunnen tegenhouden. Maar er werd geen kandidaat gevonden die aan de hoge eisen van de Canadese luchtmacht kon voldoen. Zelfs niet in Amerika, dat er toch alles aan gelegen was om een zo goed mogelijke verdediging in de achtertuin te hebben. En dus werd besloten om er dan maar eentje ‘in eigen huis’ te bouwen. Het bedrijf AVRO Canada kreeg de opdracht en moest zo snel mogelijk leveren.

AVRO besloot geen prototype te maken; dat hield alleen maar op. In plaats daarvan ging men het vliegtuig, dat inmiddels de naam CF-105 had gekregen, gewoon bouwen. De eerste exemplaren zouden dan aan allerlei tests worden onderworpen.

Vroeg in 1958 was het eerste vliegtuig klaar voor de eerste vlucht. Het ontwerp was met een analoge computer doorgerekend en die resultaten waren niet hoopgevend; de Arrow was erg instabiel en zou na 13 seconden uit de lucht vallen. Testpiloot Jan Zurakowski liet zich er niet door van de wijs brengen en nam de Arrow op 25 maart 1958 mee voor een eerste vlucht. In de maanden daarna bleek het toestel behoorlijk succesvol; het enthousiasme groeide met de dag. Totdat minister president John Diefenbaker op 20 februari 1959 opeens aankondigde dat het CF-105-project zou worden gestopt. Van de een op de andere dag werden 14.000 mensen die bij AVRO aan de Arrow werkten werkloos, nog afgezien van de duizenden mensen die hun baan verloren bij de verschillende toeleveringsbedrijven. En al die mensen hadden maar één vraag: waarom? Wat veel complottheorieën rond de Arrow heeft gevoed, is het feit dat alle machines, alle tekeningen, al het filmmateriaal, alle klaarstaande motoren en de vijf afgebouwde Arrows Mk2 moesten worden vernietigd. Waarom die zinloze vernielzucht? Waar was Diefenbaker bang voor?

De rest van dit artikel staat in KIJK 3/2010. Dit nummer ligt in de winkel van 12 februari t/m 11 maart 2010.

Beeld: Royal Canadian Air Force

Beeld: Royal Canadian Air Force